T-dief of Baliekluiver

Utrechter (stad)

Ik mag dan geboren zijn in Vreeswijk, nog voor mijn eerste verjaardag woonde ik in de Domstad. Vreeswijk was ook niet meer dan een tijdelijk onderkomen voor mijn ouders, Utrecht was het doel dat door de woningnood, kort na WO II even niet bereikbaar was. En, hoewel mijn paspoort anders vermeldt, ik voel me toch een beetje Utrechter van geboorte. Niet Utrechtenaar, om voor mij onbekende redenen noemt de Amsterdammer een heer die de herenliefde beoefent een Utrechtenaar. En daarmee is dat dus een bijnaam voor de homofiel. Maar het gaat nu om de Utrechter, de inwoner van de stad Utrecht.  Die heeft maar liefst twee bijnamen die beide goed verklaarbaar zijn.
De T-dief
Het Utrechts dialect heeft een duidelijk kenmerk, de t wordt nogal eens vergeten, de Utrechter zegt niet hij loopt maar hij loop, niet hij komt maar hij komp. Soms gebruikt hij die t dan wel weer ten onrechte, hij is tijdens de oorlogt naar een bruilof geweest Maar die laatste compensatie kom je niet veel tegen, t-dief is dus een terechte naam.
De baliekluiver
Utrecht is een stad met stadsgrachten en singels. En over al dat water liggen bruggen, veel bruggen. Bruggen met brugleuningen, je zou anders al te makkelijk onvrijwillig met het natte grachtwater in aanraking kunnen komen. Zo’n brugleuning heet ook wel balie, vergelijk maar met het hekje bij de rechtbank. Hangouderen maken maar al te graag gebruik om die balie te benutten als steuntje voor hun dagelijkse beschouwingen van het wereldnieuws. Dat was vroeger zo, dat is nu nie anders (oei, vergiet ik weer een t).

Dordtenaar

Bij mijn eerste blog in de serie die ik voor ogen had vroeg ik me af waarom de inwoner van Dordrecht schapenkop genoemd wordt. Martha reageerde daarop met een verhaal dat ik je niet wil onthouden:

Schapenkoppen voor Dordtenaren. Ik ken het verhaal, als geboren Dordtse, maar ook pas sinds zeer recent. Dit is het verhaal:
Binnen de stadsmuren van Dordrecht moesten herders die hun kudde door de stad wilden leiden belasting betalen voor ieder schaap in die kudde. Op een dag bedachten twee herders een list: ze kleedden een schaap in mensenkleren en namen het tussen zich in zodat het beest op twee poten liep. Bij de stadswachten aangekomen, zeiden ze dat hun kameraad zo dronken was dat hij niets meer kon zeggen. Ze mochten verder lopen. Toen ze net binnen de poort kwamen, blaatte het schaap. De herders werden ontdekt en moesten niet alleen belasting, maar ook een boete betalen. En zo komen de Dordtenaren aan hun bijnaam schapenkoppen.

 

4 Comments

  1. Je schrijft: hij is tijdens de oorlog(t) naar een bruiloft gewees (t)
    Jammer voor de baliekluivers dat er geen droog grachtwater aanwezig was als ze erin vielen. 😉

Laat een reactie achter bij carel de mariReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.