Ten zuiden van de Lek

LekzichtHet café is er klaar voor. Vanmiddag biljarten de spreeuwen een thuiswedstrijd tegen de Nieuwpoorter kraaien. Na de uitoverwinning tegen de meerkoeten uit Streefkerk is het afdelingskampioenschap in zicht.
Die spreeuwen, zo noemen ze de inwoners uit Groot Ammers, het dorp aan de Lek dat we vooral kennen van haar vroegere ooievaarsdorp, een kolonie waar de toen met uitsterven bedreigde kinderbezorger een tweede kans kreeg en pakte.
De Lanerakker heet kwak, een reigerachtige en in het even verder gelegen Vianen wonen de reigers. Je kunt dus wel met enig fatsoen zeggen dat, zodra we met de pont van hier overgevaren zijn we in de vogelbuurt terechtgekomen zijn. Alleen de inwoners van Ameide (Baliekluivers, net als de Utrechters) en die van Lexmond (potlooiers) vallen behoorlijk uit de toon.
Zelf ben ik aan deze kant van de rivier geboren, in het binnenschippersdorp Vreeswijk (nu Nieuwegein) en daarmee een kwakker, een kikker. Die Viaanse reigers plachten, zo is mij verteld, het volgende liedje te zingen:

Vreeswijkse kwakkers
die schijten op de akkers
Die poepen in het riet
Dat doen de reigers niet

3 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.