Ikke, ikke, ikke …

Het is zondag, we kunnen al om voor elven de tuin in, de zon is sterk genoeg. Koffie op het tuinterras dus.

Even later begint het, verkeersgeluid. En dan niet het gebruikelijke, nee, jankende motoren. Al snel krijgen we het idee dat we in het TT-weekend in Assen zitten. En het houdt aan, tot laat in de middag.

Een half uurtje wandelen in de directe omgeving levert hier in de wijk de confrontatie op met verschillende groepen motorrijders op. Dwars door de wijk, over relatief smalle wegen. Die wegen geven ruimte, geen ander verkeer. Dus gas open, zeventig, tachtig in het uur met zijn tienen. Het lijkt wel een stratencircuit. En, het is de logische verbind tussen de Lekdijk en de Vlist, een prachtig riviertje dat de grens vormt tussen Lopiker- en Krimpenerwaard.

Op mijn achttiende haalde ik mijn motorrijbewijs, ik heb niets tegen motorrijders. Afgelopen zomer fietsten we een week langs de Moezel, een gebied dat bij uitstek ook de motortourist trekt. We kenden geen moment van ergernis, rekening houden met een ander.

Ik begrijp ook dat afgelopen weekend de start van het motorseizoen is, zeker wanneer het prachtig lenteweer als nu is. De machine mag van stal, de vrijheid lonkt.

En, ik weet dat we midden in een wereldwijde coronacrisis zitten en dat van iedereen hier gevraagd wordt zoveel mogelijk thuis te blijven. En dat menigeen zich daardoor belemmerd voelt in de uitoefening van werk, maar ook van hobby.

Laat ik het maar zo zeggen, ik hoop dat uiteindelijk een van de geleerde lessen uit deze crisis is dat we meer rekening houden met onze medemens. Dat het ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken wat minder opgeld gaat doen!

En ikke, en wij, wij fietsen nog een kilometer of twintig door de waard. Tussen zeven en acht in de avond. We kwamen bijna niemand tegen, het groene hart is gelukkig een heel groot park.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.