We waren gisteren van ons avondmaal aan het genieten toen we geconfronteerd werden met de nodige herrie. De verwarmingsketel weigerde verdere dienst.
Natuurlijk belden we direct ons onderhoudsbedrijf, ‘morgenochtend half negen’ spraken we af.
Op tijd zijn we ons warme bed ingekropen, het begon fris te worden. Wekker op vijf over acht!
Vanmorgen, tien voor half negen reed het groene bedrijfsautootje voor, netjes op tijd gelukkig. Inmiddels is het behoorlijk afgekoeld in huis.
Het was al snel duidelijk wat het euvel was en er wordt nu gerepareerd. Nog even en dan kan de kachel weer aan en kunnen we de uitgestelde douche nemen.
Wat zijn we toch eigenlijk verwend, tegenwoordig. Tot in de zeventiger jaren hadden we alleen een gashaard in de woonkamer en wat kleine kacheltjes in de slaapkamers die pas aan gingen als het goed gevroren had en de bloemen op de ramen stonden.
