Voorjaarstochtje

Het is half twaalf, ik smeer een boterham voor onderweg. Wat een prachtige dag! Ik twijfel nog of ik een vest aan moet trekken, laat ik het maar wel doen, ik begin immers met tegenwind. Voorlopig lijkt dat de juiste keuze.

Het doel is IJsselstein al zit daar geen andere bedoeling achter dan dat je ergens naartoe moet rijden.

Net buiten Schoonhoven is het fietspad wit gepleisterd. In de bomen kan, ik laat me niet op mijn kop schijten. Het is rustig op de weg. Meestal vertrek ik later en dan zit er al de nodige schooljeugd op de weg. Nu hoor ik alleen de vogels, krassende kraaien, snaterende eenden, gakkende ganzen. Bij Lopik rijd ik langs een ouderwetse hoogstamboomgaard. Knoestige oude bomen, volop in de bloei. In de lucht twee ooievaars, zwevend op de thermiek.

Ik steek de provinciale weg over omdat ik onder de dijk naar Jaarsveld wil. Daar zijn een paar grote boomgaarden, laagstam deze keer. En natuurlijk evengoed volop in bloei. Veel werk voor de bijtjes.

Dan bij Jaarsveld de Lekdijk op. Ik rij gelijk op met een rijnaak. Links een weitje met zwarte schapen, veel lammetjes. Voor me zie ik de Gerbrandytoren, IJsselstein komt in zicht. De Viaanse brug komt prominent in beeld, zover hoef ik niet meer. Bij Uitweg ga ik de dijk weer af, onderlangs in de betrekkelijke luwte. Nog even langs de televisietoren en dan rij ik het oude stadje binnen. Lunchtijd, de terrasjes zitten vol. Ik heb mijn eigen boterham bij me, eet die op en trek mijn best uit. Het is warm genoeg en terug over Benschop en Polsbroek heb ik wind mee. Om twee uur ben ik terug, zesenveertig kilometer bijgeschreven op mijn teller. En behoorlijk bijgekleurd, dat ook.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.