Het is half negen, zaterdagmorgen. Ik mag een beetje uitslapen, er staat niets op het programma. Of slapen, gewoon nog even doezelen. Ik onderhoud mijn ochtenderectie met als enig doel het legen van de blaas uit te stellen. Mannen kunnen nu eenmaal niet twee dingen tegelijk.
Uit het niets ontstaat er in onze voortuin een aubade. Drie, misschien wel vier katten gaan luid miauwend met elkaar de strijd aan. De een krijsend, een tweede grommend en verder vooral klagend. Het duurt zeker een minuut of vijf. Ik moet dringend mijn bed uit, een plas plegen. Tegen dit gejank is geen erectie opgewassen.