Van stadsie tot stad

Net opgenomen in het ziekenhuis werd ik aangenaam verrast. Naast prachtig schilderwerk van de kleinzonen trof ik dit fotoboek.

Nu wil het geval dat de groei van Utrecht zo goed als samenvalt met mijn groei. Gaat het boek over de periode 1950-1975, mijn Utrechtse jaren lopen van 1948 tot 1976. Noem het gerust gelijk opgaand.

Utrecht verandert, groeit, annexeert, en groeit verder. De woningnood de eerste jaren na de tweede wereldoorlog dwingt tot drastische uitbreiding, nieuwe wijken, Hoogdagen, Overvecht, Kanaleneiland, veel flats. Vooruitgang ten opzichte van met name de volkswijken in de oude stad zonder stromend water, douche, geiser, zaken die we nu heel normaal of, vaker allang achterhaald vinden.

Veel herkenbaars, spelen op autoluwe straat, de blauwe stadsbus die nog onder de Domtoren door reed. De kleding, alle broertjes dezelfde bloesjes uit hetzelfde stukje stof van de lapjesmarkt aan de Breedstraat. De Puchjes en Kreidlers, de werfkelders en parochiehuizen waar we kennis maakten met Beatles en Stones maar ook de Jets en Unit Gloria, bandjes uit eigen stad.

Het landskampioenschap van DOS dat tot een extra uitgave van dagblad Het Centrum op zondag leidt. En zelfs tot een enthousiaste vader die noch daarvoor, noch daarna veel belangstelling voor sport had.

De bouwkundige ‘vergissingen’, het dempen van de Catharijnesingel, de bouw van Hoog Catharijne en de sloop van het oude station en het monumentale gebouw van levensverzekeraar De Utrecht.

Kortom, herinnering op herinnering.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.