Dinsdag is voor ons de dag om iets leuks te gaan doen. Daar past in ieder geval ook van tijd tot tijd een museumbezoekje bij. Maar gisteren was het ook nog eens een zomerse dag en José wilde wel weer eens naar het strand. De combinatie lag voor de hand. Na de ijskoffie rijden we naar Wassenaar. Fietsen achterop, einddoel het van der Valkhotel. Mooie plek om de auto te parkeren om dan met de fietsen richting Scheveningen te gaan. We kozen voor de route door Meijendel, niet de kortste maar lekker door de duinen. Na een kilometer of vijftien bereikten we de badplaats. Eerst maar even het strand op. Zelf ben ik niet zo’n strandmens maar José koos direct voor een duik in het zilte water. “Wel wat koud”, maar vooral verfrissend. We hebben ons lunchbroodje nog in de zandbak opgegeten en daarbij de meeuwen op afstand moeten houden.
Goed twee uur rijden we een stukje door, tot vlak achter het Kurhaus. Het museum, Beelden aan Zee, was ons doel. Daar is deze maanden een prachtige tentoonstelling van het werk van Jaume Plensa. We kregen de tip eerst naar de filmzaal te gaan. In een doorlopende voorstelling vertelt de kunstenaar over de ideeën die tot de verschillende werken geleid hebben. Met die kennis in het achterhoofd is het werk niet alleen maar mooi, de beelden vertellen een verhaal, een levensbeschouwing. Een goede tip, ik geef hem graag door.
Nog even een glaasje prik bij de watertoren en dan terug naar de auto. Zelfde route, andersom. Het is goed half zes als we de fietsen op de auto zetten. Tijd voor een salade op het terras van het hotel. De terugreis verloopt weer vlot, toch wel lekker dat het halve land op vakantie is.
