Kerstbomen

Michael van Gerwen dart zich tot wereldkampioen. Het is niet mijn sport maar ik heb waardering voor de concentratie, de focus. Knap hoor, ik kan dat zelfs niet opbrengen vanuit mijn luie stoel. Ik tuig de kerstboom af, ruim de overige versiering op. Met een half oog volg ik de ontwikkelingen op de televisie.

Hier in de gemeente mag je de afgetuigde kerstboom inleveren. Die wordt dan milieuvriendelijk versnipperd. Inleveren levert wat centjes op wat voor de kerstvakantie vierende basisschoolleerlingen reden is ons en anderen te helpen.

“Meneer, mag ik die kerstboom meenemen?” Ik heb de boom net de tuin uit.

“Natuurlijk, lever hem maar in.”

“Dankuwel meneer.”

Ik moet terugdenken aan de tijd dat ik een jochie van een jaar of tien was. Toen ging het anders.

Milieu? Het woord speelde nog geen rol van betekenis. De gemeente organiseerde een grote verbranding per wijk. En wij, de schooljeugd, vonden dat niet nodig. De flatbewoners gooiden hun bomen van drie-, vierhoog naar beneden en wij waren er als de kippen bij. De eerste bomen werden van hun takken ontdaan, we hadden knuppels nodig. De concurrentie had belangstelling voor onze buit, andersom, wij voor die van hun. Aanvallen en verdedigen, een spel overigens zonder slachtoffers. En dan de tweede tegenstander, oom agent en zijn assistent, de parkpik.Die parkpik, in groen uniform droeg zorg voor het stadsgroen, had als taak onze voetbal af te pakken als we op een mooi graslandje speelden. Niet bepaald onze beste vriend dus. Het was een harde strijd en het lukte ons altijd een fikkie te stoken van enige omvang. Een keer zelfs midden op het ijs op de singel die door de wijk loopt. Dat we daardoor ons schaatsplezier verpestten was van ondergeschikt belang.

2 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.