Een brief uit Utrecht

In een vervolgverhaal vertel ik de geschiedenis van Dorus de Mari, geboren 20 mei 1781. Het verhaal is gebaseerd op feitenonderzoek door mijn vriend Theo van Bemmel. Vanaf nu zijn de feiten nog slechts in het raamwerk terug te vinden, de geschiedenis van zowel Dorus als zijn vrouw Martijntje komt uit mijn duim, was niet te verifiëren. Het hele verhaal (tot nu toe) is terug te vinden in de categorie Remplaçant Je vindt hier het nieuwste hoofdstuk bovenaan dus lezen van onder naar boven verdient de aanbeveling.

Lieve Dorus, 

Twee weken na de geboorte van onze dochters kreeg ik vier brieven van je. Je bent me dus niet vergeten. Meneer pastoor heeft ze voorgelezen en schrijft nu ook mijn antwoord.

Twee dochters heb ik gebaard, ik hoop dat ze het redden. De eerste oogt zwak maar de tweede is Hollands welvaren.

Uit je brieven begrijp ik dat je de mijne ook niet ontvangen hebt. Eerder schreef ik je over Willem Buggelberg.

Willem is terug gekomen uit Amsterdam en vertelde dat je aangenomen was en hij het nodige geld had meegekregen. Maar hij werd nabij Nieuwersluis overvallen. Zijn gelaat was bont en blauw dus ik geloofde hem. Twee dagen later was hij verdwenen. Van je broer Jan hoorde ik dat hij nu in Amersfoort woont en er royaal van leeft.Ik heb mijn beklag gedaan bij de gendarmerie en ze beloofden de zaak uit te zoeken. Dat is inmiddels bijna vier maanden geleden, ik ben bang dat we dat geld nooit zullen zien. Voorlopig krijg ik steun van de kerk, meneer pastoor zegt dat ik zo snel mogelijk een betrekking moet vinden. Ook Jan helpt waar het kan maar je begrijpt dat dat met zo’n groot gezin niet veel kan zijn. Ik ben er toch wel blij mee, anders sta ik er helemaal alleen voor
Ik hoop je straks terug te zien, dan kun je genieten van je meisjes.

Liefs, Martijntje.

7 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.