In mijn serie uitdagingen besteedde ik gisteren aandacht aan Marc Chagall, een van geboorte Russische Jood die in zijn leven te maken heeft gehad met Russische pogroms en het Duitse nazisme.
In die serie probeer ik steeds naast een geschreven portret ook iets te maken in de stijl van de geportretteerde.
In de afgelopen twee weken is er nogal wat gebeurt in Den Haag. Ik heb dat wat daar gebeurde getracht in een schilderij te tonen.
Op rechts, voor de kijker links, in het bruine vlak het rechtse volksdeel met door de prinsenvlag gesymboliseerd het extreme. De omgekeerde vlag geeft de protesten uit die hoek weer, de uitslaande vlammen het ongenuanceerde geweld.
Op links, het rode vlak wordt gevuld door wat antifa genoemd wordt. Met de Palestijnse vlag verwijs ik naar de niet zachtzinnige protesten op de universiteiten, maar dat die aan de extreme onderkant staat betekent niet dat elk Palestijns protest als extremistisch gezien moet worden. De regenboogvlag spreekt voor zich.
In het lichte midden zegt de kikker met de Nederlandse vlag dat het om ons kikkerlandje gaat. Het liefdespaar, een symbool dat Chagall vaak gebruikte, geeft het deel van het volk aan dat ze zoeken het maar uit, ik doe alleen mijn eigen dingetje denkt. En boven de kikker de gegeven hand, samen komen we er wel uit. Eris nog hoop.
De onderlinge verhouding tussen de kleurvlakken heeft ook zijn betekenis.
Uiterst links staat de schilder die registreert wat hij ziet.
Als zovaak krijg ik de gekozen kleuren niet helemaal goed op de foto. Maar het beeld is duidelijk, hoop ik.
Fijn dat je mijn blog leest, geef gerust een reactie