Toerist in eigen land, wat zeg ik, in eigen regio. Zondag, voorlopig de laatste zomerse dag volgens de weerberichten, trapten we naar Oudewater, pak ‘m beet vijftien kilometer van huis. Niet de eerste keer dat we dit ritje reden, langs de Vlist, langs het Doove Gat richting de Hoenkoopse buurt en dan naar het oude stadje aan de Hollandse IJssel.
Normaal strand je dan op het pleintje voor de Heksenwaag waar het altijd zoeken is naar een plekje op het terras. Maar nu hadden we andere plannen, namelijk een rondvaart met de Geelbuik. Dat is natuurlijk niet te vergelijken met een rondvaart door de Utrechtse of Amsterdamse grachten maar beslist de moeite waard.
Die naam, Geelbuik, verdient een toelichting. Oudewater stond bekend om zijn touwslagers. Er is zelfs een touwmuseum dat we overigens nog niet bezocht hebben. Van de hennepvezels werden op de lijnbaan touwen gemaakt, tot dikke kabels toe. Die gele hennepvezels lieten kleur achter op de kleding van de arbeiders. De Oudewaterse bewoners stonden dan ook bekend als geelbuiken. Zoiets wordt natuurlijk vanzelf een geuzennaam en in ieder geval reden genoeg om de rondvaartboot zo te noemen.
Na het boottochtje dat ongeveer drie kwartier duurde hebben we toch maar even een terrasje gezocht en een Belgisch respectievelijk Texels biertje genoten voor we via Goejanverwellesluis, Hekendorp en Haastrecht huiswaarts keerden.
Weer een welbestede middag dus!
Mooi verhaal
Vrolijke groet,