De in 1934 in Colombia geboren Fernando Botero maakte al op jeugdige leeftijd naam als tekenaar, schilder. Op zijn twintigste vertrok hij naar Mexico waar hij les kreeg van Diego Rivera, de echtgenoot van Frieda Kahlo.
Hij ontwikkelde zijn eigen stijl, eigenlijk ontstaan vanuit een fout. Toen hij een mandoline moest schilderen maakte hij het klankgat te klein. Wat hij zag was dat hij daarmee de rest opblies. Dat idee heeft hij veel uitgewerkt in zijn schilder- en beeldhouwkunst. Hij tekende bijvoorbeeld een gezicht maar de diverse onderdelen daarin te klein. Later speelde hij nog meer met verhoudingen, te kleine handen, zelfs te kleine lijven.
Na Mexico kwam hij begin zeventiger jaren in New York terecht, op dat moment hèt middelpunt van de moderne kunst. Maar New York was Latino’s niet gunstig gezind al wist hij daar wel te scoren met zijn Mona Lisa op twaalfjarige leeftijd.
Hij bleef als Zuid Amerikaan zijn continent trouw, ook toen hij zich later in Parijs vestigde. In al zijn werken is een relatie met dat werelddeel terug te vinden.
Hij schilderde vaak versies van bekende schilderijen, bijvoorbeeld van Velasquez of Da Vinci.
Al die elementen in gedachte ben ik aan mijn uitdaging begonnen. Botero zou, wanneer hij het melkmeisje als voorbeeld had gekozen er een Zuid Amerikaanse van gemaakt hebben, uiteraard in de voor hem gebruikelijke proporties.

Fijn dat je mijn blog leest, geef gerust een reactie