Vraag 43:
Kun jij herkennen of een boek door een man of vrouw is geschreven?
De vraag van deze week, ik ben er gauw klaar mee. Het antwoord is een simpel neen. Waarom? Ik heb me er nooit in verdiept, vind het een volstrekt overbodige vraag. Mannen kunnen heel vrouwelijk schrijven, andersom kom je ook tegen. Ik maak maar van de gelegenheid gebruik om een vraag te beantwoorden die in mijn vakantie is blijven liggen.
Vraag 36:
Wat is jouw favoriete sportboek?
De renner van Tim Krabbé is hier het enig mogelijke antwoord. Ik ben zelf geen wielrenner geweest maar een fervent toerfietser. Een toerfietser die soms met gepaste tegenzin in geaccidenteerd terrein moest rijden. Ik ben niet gebouwd als klimmer, mis de souplesse om naar boven te dansen. Voor de meeste fietsers is de klim de grote uitdaging, boven ligt dan de beloning, er wacht een afdaling waarin je zonder trappen duizelingwekkende snelheden kunt bereiken. Door deze ervaringen kon ik me volledig inleven in het boek. De teleurstelling aan het eind, net geen winnaar, is voor iedere sporter herkenbaar. Het boek is trouwens net zo snel geschreven als de tocht gefietst wordt.
Ik fiets nog steeds graag, niet meer op de racefiets, heb zelfs nu trapondersteuning nodig. Maar het is heerlijk om de polders te verkennen, de bossen te doorkruisen, de duinen te beklimmen. En overal weer te genieten van de prachtige natuur en de verschillen in landschappen.
Met vraag 43 heb ik ook niets. En jouw aquarel zie ik graag weer terug!