#50books, vragen 14 en 15

Dat heb je als je er een paar weken tussenuit gaat, het werk stapelt zich op, de reeds aanwezige achterstand groeit en het maken van een to-dolijstje is de enige remedie om enige orde in de chaos te scheppen.
Naast wat triviale zaken als het maken van een jaarverslag en een beleidsplan in verband met de aanvraag van een o zo noodzakelijke gemeentesubsidie en het bijwerken van een paar verenigingswebsites staan er ook twee blogopdrachten op dat lijstje. Uitermate belangrijk en dus eerst maar even oppakken, denk ik dan.

Vraag 14

Welk boek heeft jou verliefd doen worden op een stad of land?

Verliefd op stad of land? Nee, dat gevoel ken ik niet, ook niet na het lezen van een boek. Nooit gehad ook. Wel lees ik graag boeken over streken en steden waar ik ooit was en ik me gemakkelijk een voorstelling kan maken over de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. En dat dan ongeacht de kracht van het verhaal. De zoveelste Baantjer is ineens, ondanks alle bekende terugkerende elementen, leuker wanneer die zich afspeelt in de Spaarndammerbuurt, de Amsterdamse wijk waar onze oudste woont.
En een detective die een moord op een schip in het Zweedse Götakanaal beschrijft (Sjöwall & Wahlöö) is begrijpelijker als je het kanaal met zijn trappen kent.
Het zijn maar voorbeelden. Omgekeerd herken ik het niet. Wanneer ik in een door mij niet eerder bezocht gebied kom dan krijg ik geen flitsen van boeken binnen over die plek.

Vraag 15

Wat is het boekfragment dat je het meest (letterlijk) is bijgebleven?

‘Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ‘t zelf..’ Nescio schreef het in zijn Titaantjes, een boek dat ik wel gelezen heb maar waarvan ik nu niet direct meer op kan hoesten waarover het ging. Maar de openingszin gebruik ik nog regelmatig en dan buiten de context van het boek.

Of Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden!, de slotzin waarmee Cato iedere toespraak in de Romeinse senaat afsloot. Waarbij ik Carthago dan verving door het idyllische maar o zo nietige dorpje Austerlitz nabij Zeist, enkel en alleen om een collega die daar woonde te stangen, hij verdiende teruggeplaagd te worden.

En uit Xenophon’s Anabasis de steeds weer terugkerende zin ‘en ze trokken zoveel dagmarsen en zoveel parasangen verder ….’, verschrikkelijk taaie en saaie kost die mijn enthousiasme voor het klassieke Grieks terugbracht in graden tot het niveau van de cijfers die mijn leraar mij toedacht, een paaltje, zeg, goed gedaan, een zwaantje!

0 Comments

  1. Vraag 14: “Het spel van de engel” speelt zich af in Barcelona, waar wij binnenkort naar toe gaan. Ik verwacht echter niet dat ik iets zal herkennen. Ik vind het wel erg leuk te lezen over een stad of gebied wat ik ken, maar het gaat mij toch primair om het verhaal.

  2. Vraag 15: dat heb ik nou helemaal niet… behalve dan de regel uit een kinderversjesboek over kikker Martinus die elke dag op een rotsblok te zien is….
    Die zwaantjes zullen wel niet erg stimulerend gewerkt hebben… 🙂

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.