Rechercheur Radema

Mark is vandaag vroeg op kantoor. De agenda staat behoorlijk volgeboekt en hij kan zich nauwelijks enige uitloop in de geboekte besprekingen veroorloven. Hij heeft dan ook Yvette, zijn secretaresse de strikte instructie gegeven geen gesprekken door te verbinden.
Maar hij zit nauwelijks achter zijn bureau als toch de telefoon gaat.
‘Recherche, meneer, het is dringend.’
Mark vloekt binnensmond en vraagt dan toch maar het gesprek door te zetten. Telefoon komt altijd ongelegen maar vandaag wel helemaal.

‘Met Radema, Rijksrecherche, meneer.’ Inspecteur Radema wordt nog wel eens door de collega’s in de maling genomen als hij zich zo meldt.
‘Spreek ik met de Cock? Met Grijpstra, met de Gier?’
‘Nee, Radema’
‘Ja dat doe ik, ik raad maar maar dan moet u wel een clou geven.’
Radema kent de grap en kan er niet meer om lachen. Dit geintje gaat al zo’n beetje zijn hele veertigjarige diensttijd mee. Alleen de namen van de inspecteurs veranderen van tijd tot tijd.
‘Meneer Radema, ik heb niet veel tijd voor u maar wat kan ik voor u betekenen?’ Mark wil het kort houden gezien de overvolle agenda en hoopt dat de inspecteur snel ter zake komt en liefst kan volstaan met het maken van een afspraak. Maar Radema heeft alle tijd, hij is bezig met een cold case, het zijn rustige uurtjes op het bureau.
‘Ik ben bezig met een oude zaak waar u mogelijk zijdelings bij betrokken bent. Het gaat om de verdwijning van de jonge Olde Maathuus, we zijn op het spoor van nieuwe feiten.’
Mark pijnigt zijn hoofd, Olde Maathuus doet geen belletje bij hem rinkelen. Gaat het hier om een oude cliënt van hem? Pas wanneer Radema begint over een klasgenoot die vlak voor zijn eindexamen spoorloos verdween gaat er een lampje branden.
‘Ah, die Tukker, Frank, ja, nu weet ik wie u bedoelt.’
‘Inderdaad meneer, die bedoel ik. Ongeveer rond de melding van zijn vermissing is er een oude fabriekshal afgebrand. De politie vond daar toen niet te identificeren resten van twee mensen. Men heeft toen de link niet gelegd maar door de moderne technieken met DNA-onderzoek vermoeden we dat een van de overledenen de heer Olde Maathuus is. De techniek staat voor niets, vandaag de dag, meneer.’
Mark heeft moeite zichzelf onder controle te houden. Wat op de perfecte misdaad leek blijkt toch een zwakke kant te hebben. “Kalm blijven, blijf nadenken’, hij fluistert het zichzelf in. Want, de rechercheur lijkt niet zeker van zijn zaak, hij spreekt immers van een vermoeden. En wat is dan de link naar hem? Goed, klasgenoten, maar ze waren toen met een man of dertig.
‘Mogen we u deze week nog uitnodigen voor een gesprek op het bureau?’
Er zit voor Mark niets anders op dan Yvette te vragen de afspraak te maken, wel graag zo laat mogelijk, hij heeft bedenktijd nodig.

0 Comments

Laat een reactie achter bij carel de mariReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.