En dan rijden we zomaar ineens door Noord Utrecht, dat wil zeggen het Noord Utrecht van de vijftiger jaren. De tijd dat ik in no time via Inundatiekade en Ezelsdijk de polders ten noorden van de stad in liep, stepte of fietste (met blokken op de pedalen, natuurlijk). De tijd dat het nog een akelig eind fietsen was om kikkervisjes te vangen bij de watertoren die nu midden in Overvecht staat. We rijden door Tuinwijk, Tuindorp en de Vogelenbuurt en doen het Griftpark aan. Herkenning, maar ook verbazing over de veranderingen, ze wisselen elkaar in rap tempo af. Herinneringen komen boven en roepen bij anderen weer herinneringen op.
Helemaal zomaar ineens was het natuurlijk niet. Mijn vrouw en schoonzusjes wilden al lang eens terug naar de buurten waar ze opgroeiden, speelden. naar school gingen. En Hemelvaartsdag kwam het er dan eindelijk van. De mannen mee, fiets op de auto en verzamelen in Oog in Al. Vandaar uit rechtstreeks naar de Adelaarstraat. Oh nee, toch niet, de een had familie die op het Cremersplein gewoond had, de ander op de Vleutenseweg, was dat nu nummer 31? Nee dat is toch 131 geweest. Een derde was begonnen in Lombok. Op de Adelaarstraat woonden de grootouders van de dames en hoe verbaasd was ik dat dat precies tegenover het huis was van waaruit mijn ouders in 1946 getrouwd zijn, het huis waar mijn oma woonde. Vanuit de Adelaarstraat door de Merelstraat naar de Draaiweg. Heel veel nieuwbouw, nagenoeg onherkenbaar. Behalve de Jozefkerk die nog steeds in tact en in gebruik is. Naast de kerk stond een fraterklooster, het gebouw heeft een andere bestemming gekregen. In mijn herinnering was het plaatsje tussen kerk en klooster veel groter. ‘s Winters werd dat plaatsje onder gespoten en mochten we daar vanuit school schaatsen. José’s oudste zus is tegenover de kerk geboren, boven het winkeltje dat hun vader toen runde. Niet lang daarna verhuisde het gezin naar de Samuel van Houtenstraat (die van het kinderwetje), waar pa een SPAR had. De winkel staat er nog, herbergt nog steeds een supermarkt. Uit die tijd komt het verhaal dat hun vader en de mijne beide in het bestuur van de buurtvereniging ‘Staatsliedenkwartier’ zaten, wij woonden twee straten verder in een benedenwoning. Ik ben nog steeds verbaasd dat mijn ouders daar met op het laatst acht koters konden wonen, zo klein! We fietsten langs de (mijn) jongensschool (Gerardus Majella) en de (hun) meisjesschool (Maria).
‘Waar was de gymzaal?’
‘Aan de zijkant.”
‘O ja, nu zie ik het ook.’
‘De juf van die klas, die met die bochel, dat was een kreng!’
Kortom er kwamen allerlei verhalen vrij. Over het badhuis van het Willem van Noortplein waarover Herman van Veen ooit dit voor ons heel herkenbare verhaal vertelde. Langs Piet de Gruiter, snoepje van de week, en snackbar Boereboom (die waar van Veen het ook over heeft). En dan door naar de van Swindenstraat die doodlopend was. Aan het eind stond een schutting en daarachter waren de vaalt en de gasfabriek. Het laatste huis, bij de schutting dus, is onder meer mijn vrouw geboren. De schutting is weg, de vaalt is weg, de gasfabriek is weg. Daarna heeft er jarenlang een vervuild terrein gelegen dat weer later een park werd. Het Griftpark, genoemd naar een beekje dat vanuit de Bilt door dit deel van Utrecht stroomt. Het laat zich raden dat dit gebied jarenlang in de volksmond het Giftpark was. Utrechters zijn zuinig op de t, is die in ABN nodig dan laten ze hem weg, hij wordt op andere plekken graag ingezet (GifT, bruilof).
Heel leuk was dat de vrouwen in de van Swindenstraat hun, inmiddels 86 jaar oude tante Riek terugvonden. Tante Riek, geen echte tante maar een bevriende buurvrouw uit die tijd herkende drie van de vier nog en zat vol verhalen uit die jaren. We hebben haar maar meegenomen naar het restaurant in het park om rustig wat bij te kunnen praten. Dat dit de toch al lage snelheid bijna volledig uit de tour haalde mocht de pret niet drukken. Uiteindelijk is de rest min of meer afgeraffeld. Het zou mij echter niets verbazen dat de tocht langs herkenningspunten een vervolg gaat krijgen.
Het bezoek aan tante Ria dat als afsluiting diende komt een andere keer wel aan bod, denk ik.
een toertochtje met een hoog Het Dorp-gehalte dus. Ondanks dat ik Utrecht niet ken heel herkenbaar
In de beschreven periode wel maar in eind 1957 zijn we naar Hoograven verhuisd, Utrecht Zuid, en dan zijn de raakvlakken heel wat minder. Hoewel, lees http://wp.me/p1T8Qr-bp
Veel herkenning. Ik woonde van geboorte tot ik op 23-jarige leeftijd een flat aan de Cayennedreef kreeg, in de Rhijnvis Feithstraat, waar jouw en mijn zusjes op de Mariaschool zaten. Zelf ging ik naar de Thomas a Villanovaschool.
dat zal dan toch een andere Mariaschool geweest zijn? Nogal een eind van de Vleutenseweg naar Tuinwijk, Staatsliedenkwartier.
even op schoolbank.nl gekeken, Dat zal de Busken Huetstraat geweest zijn, onze meiden zaten op de Nolenslaan
Inderdaad, ik was op het verkeerde been gezet door de link met de Gerardus Majella.
Ontzettend leuk! Even terug in mijn jeugd, op de Mariaschool. Jouw zus en ik hebben allebei dezelfde foto: met de handjes samen naast dezelfde kerststal! De juf met die bochel dat was volgens mij juf Braun. Inderdaad een kreng! Haar lessenaar stond op een verhoging en daar moest je zitten als je vervelend??? was geweest. Ik was vroeger de braafheid zelve…Ik woonde in de Adelaarstraat op nummer 92 en wij keken recht de Koekoekstraat in. Leuke actie om te ondernemen met je zussen!!!
met mijn schoonzussen, Maar inderdaad leuk en ook jouw oude buurt en school!
Ik verplaatste me even in José. Nog een keer gelezen vanavond. Jullie beider grootouders woonden dus in de Adelaarstraat?! Op welk nummer?Ik heb 16 jaar op nummer 92 gewoond. Van 1949 tot en met 1965.
Mijn oma op nr 25, José’s grootouders op 32, naast de ijssalon
Even terugblikken op het verleden en vergelijken met hoe het nu is… er is veel veranderd ja, de vooruitgang noemen ze dat 🙂
Er zal nog veel ook (moeten) veranderen. Maar het was een heerlijke dag
Wat een leuk idee om zo’n tocht te maken, Carel.
Voor mij een heel klein beetje herkenbaar, want ik woonde van 1960 tot 1964 in Zuilen. De herinneringen aan mijn Uterechse tijd zijn fragmentarisch, maar ik weet nog dat ik op zwemles zat in het zwembad in Oog in Al. Daar gaf Anton Geesink toen judoles. Ik vergeet nooit meer dat ik die – voor mij – enorme reus een keer door de hal van het zwembad zag lopen.
Zwembad Den Hommel zal dat geweest zijn. Tja Geesink, op de terugweg reden we nog door zijn Wijk C. Hij woonde in Ondiep, in de straat die later naar hem vernoemd is.