Het is kwart over tien, s’avonds. Een zeer plaatselijke bui teistert een deel van de voortuin. Gericht sproeien, de planten hebben het nodig. Hier geen sproeischaamte! Verderop wordt een tuingieter gevuld, geleegd en opnieuw gevuld. Duidelijk, ook daar kennen de planten waternood.
Het is nog een graad of vijfentwintig, het buitje biedt geen verkoeling. Ik heb daar eigenlijk wel behoefte aan. Op het journaal had iemand van de vakbond het over hittestress, de FNV heeft zelfs een hittestresscalculator, dakdekkers nemen wat extra pauze en water. Op scholen wordt een tropenrooster ingevoerd.
Mijn mobiel meldt dat het morgen drie graden warmer wordt, op naar de vijfendertig! De mussen gaan dood van het dak vallen, de kat is te loom om ze op te vangen.
Ik heb het nu al af en toe Spaans benauwd. Er rest me niet anders dan mijn eigen hitteplan te maken.
Een relatief koude douche om te beginnen. Geen gewone koffie, de Griekse zomervariant frappé, ijskoffie. Alles op mijn dooie akkertje. De zonloze kant zoeken en op het heetst van de dag binnen blijven. En veel water drinken!
Ach, er ontstaan ook weer mooie nieuwe woorden!
