Paul

Het is direct duidelijk, Paul is geen Limburger. Desgevraagd vertelt hij dat hij geboren Amsterdammer is. Ook dat is niet te horen. Hij zegt dat hij rond zijn zestiende op een Noord-Limburgs internaat terecht gekomen is en later op de kunstacademie in Maastricht zat. Dat hem daar duidelijk gemaakt is dat welk dialect ook spreken hem geen toekomst zou bieden.
Tot daar kon ik hem nog redelijk volgen.
Hij zette zijn veiligheidsbril op en weer af, op en weer af. En hij ratelde aan een stuk door.  Als ik een kletsmajoor ben dan is hij een kletsgeneraal!
“Ik sla alles op in vakjes. Hoe heet je ook al weer?”
“Carel” antwoord ik waarheidsgetrouw.
“O, ja, ik stop je in het vakje Karel de Grote, Carolus,   Sacre Charlemagne. En jij?”, hij wendde zich tot mijn vrouw.
“José .”
“Daar heb ik geen vakje voor! Wel kan ik met gemak in zes talen oogst zeggen. Harvest in het Engels, colheita in het Potugees, cosecha in het Spaans, aratás in het Hogaars,oh, wat was het Franse woord ook alweer. Ken je het getal phi
, degulden snede. De Egyptenaren gebruikten het al bij de bouw van hun piramiden en ook architecten werken er graag mee. In de natuur kom je het ook in allerlei vormen tegen.”
Zijn relaas is ongeveer zo uitgebreid als dit stuk op Internet.
“Oogst in her Frans is la récolte , het komt ineens bij me binnen. Ik heb net mijn i-phone laten resetten, daarom ben ik hier, om de wifi er weer op te zetten. Straks ga ik naar mijn vriendin in Aken en bij een boer wat geslachte kippen halen. ”
Ik kan hem nauwelijks volgen, alle verhalen worden aan elkaar geknoopt alsof je schrijft zonder punten en komma’s.
Paul is een kundig restaurateur, hij zou zonder moeite de Venus van Milo weer armen kunnen geven.