Vissen

Om mijn pondje verse boerenkaas te halen moet ik diep de polder in, acht kilometer heen, acht kilometer terug fietsen. Ik heb het er graag voor over, de kaas is veel lekkerder dan die van de supermarkt en het is een mooi fietstochtje.

Ook deze keer kwam ik weer mannen in camouflagepakken met hengels tegen. Ze lopen langs de brede sloten, gooien een lijntje uit, halen weer in en lopen een paar meter verder. Het is altijd oppassen dat je niet als argeloze visser zelf aan de haak geslagen wordt.

Meestal zijn ze in groepjes van drie, vier man bezig, vaak staat er in de omgeving een auto met Belgisch kenteken geparkeerd. Ik vermoed dat de hengelaars daarmee naar hun jachtterrein gekomen zijn.

Hier in het stadspark zie ik ze ook, maar anders. Daar zitten ze op een stoeltje, een paar hengels en een leefnet. En dan maar staren tot de dobber naar beneden getrokken wordt.

Ik heb niets met vissen, hengelen doe ik hooguit een keer naar een complimentje.

Maar een visje lust ik wel, een haring, al dan niet met uitjes, een mootje zalm of kabeljauw, een tong of forel, noem maar op. Smullen!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.