Samuel Mullerstraat 12, Staatsliedenkwartier

Na de Amsterdamsestraatweg kwamen we dus in de Utrechtse nieuwbouwwijk ‘Staatsliedenkwartier’ te wonen. Aan de rand van de stad, een paar minuten op de fiets (met blokken op de pedalen) om de polder in te gaan. Nu ligt de wijk zo dicht tegen de binnenstad aan dat betaald parkeren er is ingevoerd. Achteraf onvoorstelbaar dat we in zo’n klein huisje uiteindelijk met twee volwassenen en acht kinderen gewoond hebben. Want, inderdaad, de productie van mijn ouders lag nog steeds op schema, twee zusjes en nog één broertje erbij. De buurvrouw wist eerder dan mijn vader dat er weer een zwangerschap was ingezet, ze miste dan de grote katoenen lappen maandverband aan de waslijn. We hebben het nu over de periode 1953-1957. Mijn eerste jaren lagere school. Aan deze periode heb ik wel herinneringen. Om eens wat te noemen, onze weg naar school ging door de Gijbrecht van Walenborchstraat, een naam die we natuurlijk niet uit konden spreken. We noemden het de hondenstraat, er woonde iemand met een grote rijstmetkrentenhond.En dan door de van de Mondestraat waar de heks woonde. Meer over de buurt kun je hier lezen.
Tussen de Samuel Mullerstraat en de overkant, de Nolenslaan, grenzend aan onze kleine achtertuin was een grasveld waar we altijd op konden voetballen. Op dat grasveld stonden twee jonge boompjes tot tijdens een zomerse onweersbui twee blikseminslagen ervoor zorgden dat er geen boom meer te vinden was, wel twee gaten van ongeveer een kubieke meter het stuk! Vriendjes? Ik herinner me Tonnie van Basten en Peter Jansen. En in 1956 logeerde er een Hongaars jochie bij de Jansens, een vluchtelingetje (Hongaarse opstand). Die ving mussen op ons grasveld, zijn jasje was het vangnet. Uit die tijd herinnering ik me ook dat op de Troelstralaan een ruit was ingegooid omdat daar communisten woonden, zo ging het verhaal tenminste.

In Utrecht had je in die tijd op bevrijdingsdag optochten waaraan groepen uit alle wijken deelnamen. Op de foto de groep uit het Staatsliedenkwartier. Mijn vader was vrijwilliger in het buurtcommitee en staat er ook op, als Johan de Wit, die kleine, ongeveer in het midden. Ik sta voor hem met het naambordje.

In 1956 verscheen de eerste televisie in onze straat, nota bene bij een blinde man. Op de woensdagmiddagen mochten, wij, de kinderen uit de buurt er naar Dappere Dodo en Tante Hannie kijken. Een sensatie was dat!

Met het schaamrood op de kaken moet ik nog vermelden dat ik er eens op uitgestuurd was om een biefstukje bij de slager te halen. Dat zal ongetwijfeld een feestelijke reden gehad hebben, we hadden het niet zo breed in die tijd. Op de terugweg werd ik achtervolgd door een loslopende hond en uit angst heb ik het kostbare stukje vlees aan dat beest gegeven. Ik heb nog steeds een hekel aan honden, de schuld zit diep.
Eind 1957 vertrokken we naar Hoograven. Kort daarvoor, de zoveelste poging om voor een grotere woning in aanmerking gekomen was gestrand, kocht mijn vader uit balorigheid een televisie van de voor de verhuizing gespaarde centjes. Het werd een grote benedenflat aan de Oud Wulvenlaan. Later daarover meer.

12 Comments

  1. Wat een herkenning voor een geboren en getogen Utrechtse die in diezelfde tijd diezelfde dingen meemaakte. Bevrijdingsdagoptochten werden volgens mij door de studenten van de PHRM georganiseerd. Althans met een aantal klasgenoten hebben we er wel eens aan deelgenomen.
    Leuk om dit te lezen!

    1. Dat zou best kunnen, dat studenten dat organiseerden. Onder de categorie ‘mijn woongeschiedenis’ staan al twee eerdere blogs en er volgen er nog een paar. En je vindt er ook de oorsprong van het idee voor de serie. Leuk om te doen!

  2. Wat een leuk verhaal. Ik ga de plattegrond er eens bij halen want ik weet het niet precies meer. Van bevrijdingsdagoptochten kan ik me niets herinneren. Heeft jouw vader op die foto een zwarte hoed op?

    1. mijn vader is dat kleine manneke die op zijn tenen staat om over die grote jongen heen te kijken. Hij draagt een plaksnor en een breedgerande hoed. Ik vermoed dat ie zwart is maar dat is moeilijk te zien op een zwartwit foto 😉

  3. Ik geloof niet in een generatiekloof, maar een verhaal als dit, ruim voordat ik het levenslicht zag (1969) tovert telkens weer een lach op mijn gezicht. Jeugd is van alle tijden, herinneringen zijn goud!

    Ook mijn Oma vertelde het verhaal over de katoenen lappen aan de waslijnen, nu doen het via twitter … 😉

Laat een reactie achter bij carel de mariReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.