Vergeten woord

Onze prachtige taal kent veel ongebruikte woorden. Je kunt ook zeggen dat ze in onbruik geraakt zijn. Of, misschien worden ze nog wel ergens gebruikt maar niet meer door mij waargenomen.

Voor mij is kwakbol zo’n woord. We gebruikten het om iemand te duiden die we als een vreemde snuiter, een rare snoeshaan beschouwden.  Misschien is het wel een typisch Utrechts woord. Een scheldwoord in dezelfde categorie als dakhaas en gladiool.

Een kwakbol is een kikkervisje, een dikkopje. Het kan zijn dat op school was verteld over de weg van kikkerdril naar kikker of dat ik het ergens anders vandaan heb. In ieder geval weet ik me te herinneren dat ik op mijn fietsje met blokken op de pedalen vanuit de Utrechtse Staatsliedenbuurt over de Ezelsdijk de polder inreed. Die Staatsliedenbuurt ligt zo dicht tegen de binnenstad aan dat er inmiddels betaald parkeren is, toen was het het einde van de bewoonde wereld. Ik had een weckpot meegekregen en vulde die, jonge onderzoeker die ik was, met kikkerdril en waterplantjes. Met natte voeten en mijn aquarium kwam ik thuis en de dagen, weken, daaropvolgend zag ik de kwakbollen uit het dril komen. er langzaam pootjes aan groeien en uiteindelijk echte kikkertjes worden. Dat was het moment om ze terug in de sloot te zetten, mijn moeder vond niet dat die springers in huis mochten zijn.

2 Comments

  1. Oetel is ook zo’n plaatselijke benaming voor een dikkop.

    Mijn vriendin noemt zichzelf dikkop als eigenwijs.

    Ik zal haar uit leggen dat zij voortaan een kwakbol is. Zodat dat woord blijft bestaan.

    Zonnige groet,

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.