Onlangs ben ik begonnen aan een nieuw levensboek. De persoon in kwestie is ruim voor de tweede wereldoorlog geboren in het Westland, het tuindersgebied achter de duinen tussen Den Haag en de Nieuwe Waterweg. De Glazen Stad, decor voor een aantal televisiedrama’s waarin de keuze tussen familie en bedrijf vaak centraal staan. Wateringen, Poeldijk, Naaldwijk, en daartussen eindeloze rijen kassen voor groente- en fruitteelt.
Wanneer ik aan zo’n boek begin zoek ik altijd een beetje achtergrondinformatie. Het is en blijft het verhaal van de verteller, natuurlijk. Maar het helpt als ik soms met een gerichte opmerking wat meer kan lospeuteren, Want, reken maar dat het moeilijk is, je verhaal te vertellen. Je denkt al snel dat je alles van belang verteld hebt maar daarna komen de herinneringen pas echt op gang.
Om in de sfeer te komen schilderde ik zaterdag in het Loetbos onderstaand doek.
Dat moet je dan wel uit je hoofd geschilderd hebben…in het loetbos vind je geen kassen. Misschien wel leuk als boekomslag?
Bij Jozien ligt toch ook niet altijd het voorbeeld voor je?
Nee klopt…vind hem ook mooi hoor…
merci
Lijkt me inderdaad een leuke boekomslag 🙂 En wat verhalen betreft, dat is… het ene verhaal brengt het andere met zich mee – net zoals die hele lange rits felgekleurde zakdoeken of sjaaltjes die een goochelaar uit zijn hoge hoed weet te toveren, die blijven ook maar komen en komen en komen 🙂
De boekomslag gaat het waarschijnlijk niet worden, mensen kiezen voor een foto van de in het boek geportretteerde. Die vergelijking met de goochelaar vind ik leuk al schud ik de verhalen uit de mouw 😉