Ros Beiaard

Het was hier, in wat we nu de Franse Ardennen noemen dat de sage van de Vier Heemskinderen zich afspeelde in de tijd van Karel de Grote, rond 800 dus.

Graaf Aimon en zijn vrouw kregen vier zonen. De kinderen van Aimon, later verbasterd tot Heemskinderen kregen naar goed gebruik ieder een paard, wat moet een ridder immers zonder. Nu wil het geval dat de jongste, Reinoud, de sterkste was en zijn pas gekregen rijdier de lendenen brak toen hij het dier besteeg. En ook een tweede paard bezweek al gauw onder zijn sterke berijder.

Gelukkig was er nog een derde paard, ontembaar volgens de mythe maar Reinoud krijg hem onder de knie en twee werden dikke maatjes. Het paard heette Bayard en ook hier was er uiteindelijk sprake van verbastering, het werd het ros Beiaard.

Die Reinoud was niet alleen beresterk maar ook een gifkikker en toen een schaakspel tegen Lodewijk, zoon van Karel de Grote, niet naar zijn zin sloeg hij zijn tegenstrever dood met het schaakbord.

Keizer Karel kon dat natuurlijk niet over zijn kant laten gaan maar Reinoud vluchtte met zijn broers op de rug van Ros Beiaard. Ze verstopten zich in kasteel Montessor, met behulp van de magiër Malegys, een kilometer of vijftien hier vandaan.

Karel nam de vader van de jongens gevangen en wilde hem slechts vrij laten in ruil voor Beiaard. Uiteindelijk gaf Reinoud toe.

Karel besloot het dier te verdrinken in de Schelde bij Dendermonde. Met stenen verzwaard werd het baard de rivier ingegooid. Maar, sterk als hij is werpt hij de stenen van zich af en zwemt naar de wal. Een tweede poging mislukt op dezelfde manier en de derde keer worden er nog meer stenen om de nek van het edele dier gehangen. Reinoud kan het niet langer aanzien en wendt het hoofd af. Waarop het paard zich verraden voelt en voor de verdrinkingsdood kiest.

We fietsten gisteren langs het standbeeld van de vier Heemskinderen, reden om de oude legende nog eens terug te halen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.