Ook uit de keuken komen de nodige spreekwoorden. Zoals:
De soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Ondertussen moet je je eigen boontjes doppen. En kun je in je eigen sop gaar stomen.
In die keuken is schraalhans koning maar, laten we eerlijk zijn, wie eten wil moet de kok behagen. Er is overigens geen kok te vinden die voor alle monden koken kan.
Krijg je te horen dat je altijd koksmaat blijft dan zit je carrière in het slop. Reageer dan niet meteen aangebrand. Veel koks verzouten de pap. Al is het zout in de pap natuurlijk wel meegenomen.
Het zijn niet alle(e)n koks die lange messen dragen.
Wil je de gebraden haan uithangen? Gebraden duiven vliegen niemand in de mond. Je kunt ze ook te bruin bakken. Dan zit je met de gebakken peren. En wat te denken van zoete broodjes of lieverkoekjes? Iemand een kool stoven, van de gestampte pot zijn of een spruitjeslucht?
