Geen natuurlijke dood

Waar gebeurd verhaal, drie jaar geleden gepubliceerd

Het is net negen uur in de avond. De verpleger van dienst komt de kamer binnen. ‘Gecondoleerd met het overlijden van uw vader en opa. Ik moet u vragen voorlopig hier te blijven tot u met de recherche gesproken heeft.’ We kijken elkaar bevreemd aan, politie? Waar is dat in godsnaam goed voor. De man is op hoge leeftijd rustig ingeslapen!

Een half uurtje later stappen vier mannen, waarvan één in politie-uniform, de gesloten afdeling binnen en beraadslagen met het verplegend personeel in het kantoortje. Er worden logboeken doorgenomen en verklaringen opgetekend. Als ik koffie voor ons ga halen krijg ik daar iets van mee. Ik haal mijn schouders op, het zal wel ergens goed voor zijn.

Om kwart voor tien komt de verpleger weer binnen. ‘Wilt u even naar de huiskamer gaan, de politie wil ter plekke een onderzoek verrichten.’ Gedwee verlaten we de overledene, sommigen van ons laten hun jas op de patiëntenkamer achter. De grote huiskamer is zo goed als leeg, de meeste bewoners van deze afdeling, stuk voor stuk dementerende bejaarden, liggen kennelijk al op een oor. Die ene die er nog zit slaapt ook. Dan komen er twee politierechercheurs binnen. Ze stellen zich voor en de oudste vertelt waar ze mee bezig zijn en waarom.

‘De overledene is volgens het logboek een goede week geleden gevallen en heeft daarbij een heup gebroken.’ Daar vertelt hij ons niets nieuws mee. De man heeft twee dagen in het ziekenhuis gelegen, kreeg een nieuwe heupkop aangemeten en mocht weer terug naar het verpleeghuis. De rechercheur gaat onverstoorbaar verder. ‘Laat ik me eerst even voorstellen, Verbeek is de naam en dit is collega Winters. We hebben in geval van heupbreuk en kort daarna overlijden met ziekenhuizen en verpleeginrichtingen een protocol afgesproken. De dood wordt in dit geval niet als een natuurlijke gezien. Wij gaan onderzoeken of er sprake is van een misdrijf’. Ja, ho eens even, moeten we ons nu ook al verdachte gaan voelen? ‘De man in uniform is hulpofficier van justitie en er is een schouwarts aanwezig. We wachten nog op iemand van de technische recherche en gaan dan de overledene onderzoeken op mogelijke andere verwondingen.’ We kijken elkaar aan met een blik van ‘ze denken toch niet dat wij het naderend einde een handje geholpen hebben?’ De mannen verdwijnen weer, laten ons toch wel enigszins in verwarring achter.

Ik kijk op mijn horloge, het loopt tegen elven. De jongens willen naar huis, de een moet nog een trein halen, de anderen moeten morgen gewoon weer de file voor zijn, op weg naar hun werk. Ze vragen of ze hun jassen mogen halen of, anders of die aangereikt kunnen worden. ‘Niets op deze kamer mag weg, u zult moeten wachten tot het onderzoek is afgerond.’ Eerlijk gezegd wordt dit toch wel een beetje heel erg vervelend!

Kwart over elf krijgen we een seintje dat het circus is opgedoekt, de heren zijn verdwenen. De officier van justitie heeft na het relaas van zijn hulpofficier aangegeven dat niets wijst op een misdrijf. We kunnen onze jassen halen en huiswaarts. ‘Nee, u hoort niets meer van ons, hooguit een telefoontje met de vraag waar de overledene begraven wordt.’ Vijf mannen zijn dik twee uur bezig geweest met wat heel misschien een niet natuurlijke dood is.

Natuurlijk, ik heb fantasie genoeg om een verhaal te maken dat naar moord of doodslag leidt. Maar eerlijk gezegd vind ik het te bizar voor woorden!

0 Comments

  1. met een beetje geluk had je levenslang kunnen krijgen!
    ik ben erg blij dat politie en justie hun werk zo serieus nemen, het verklaart ook dat je ze nooit kunt bereiken wanneer er écht wat aan de knikker is.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.