Het zal je maar gezegd worden, nu nog. Ik ben verdorie vijfenzestig. Maar aan de andere kant, ze hebben natuurlijk wel een beetje gelijk. In de afgelopen vier dagen heb ik zo’n tachtig papieren zakdoekjes versleten. En dan ben ik zuinig geweest. De doekjes drie maal gebruikt, steeds vanuit een andere hoek. En de velletjes toiletpapier tel ik niet eens mee. Ik vrees dat ik ongeveer driehonderd pogingen gedaan heb de constante stroom af te stoppen. Dampo onder de neus, dampo op de borst. Thijmoliedruppels in het kokende water en maar stomen. Resultaat? Nauwelijks. En dan mag de juiste term wel zijn dat ik een snotneus heb, ik heb zelf het gevoel dat ik er gewoon een ben.
Zeker de eerste dagen heb ik uren extra geslapen. Niet dat dat erg is, ik hoefde toch niet te werken. Gelukkig eet ik wel gewoon goed, anders zou ik nog kilo’s kwijtraken ook. En dat is niet de bedoeling. Anders pas ik straks niet goed meer in mijn trouwpak. En dat is toch zonde, voor het eerst een maatkostuum aangeschaft en dan lubbert het aan alle kanten.
Ik heb overigens nu wel het gevoel dat ik het ergste gehad heb. En dat is maar goed ook.
Een prima argument om niet af te willen vallen… 🙂
dat lijkt me ook ;-
beterschap!
dank je, ik ga vooruit
Goh zeg, beterschap hoor!
dank je wel, komt goed
Hoi Carel,
Ach, ach, wat mot jij toch lijen zeg en ik maor denke dajje een bietsie een luie kuur had. Hebbie destijds nog een griepprik gehad of wilde je die niet? Beterschap hoor! gr. Jan S.
khad wel un uitnoddigin voar un prikkie maor waas vergetum um te gaon haoluh
🙂 🙂 🙂