Voetbal #WOT ’15-31

Het woord van de week wordt aangedragen door Drs Pee, een sportieve dame. Deze week koos ze voor voetbal, kennelijk getriggerd door het feit dat de competities weer op het punt staan te beginnen, sommige zelfs al met voorrondes begonnen zijn. Martha mag dan een sportieve dame zijn, voetbal is kennelijk niet haar ding. In haar donderdag geschreven blog geeft ze behoorlijk af, maar dan toch eigenlijk niet op het spel maar op de randverschijnselen. Ik vind dat jammer want voetbal is best een mooi spel dat niet voor niets wereldwijd door ontzettend veel mensen beoefend wordt.
En dus schrijf ik dit blog over het spel, de sport en niet over de vervelende zaken als fraude bij de FIFA, exorbitante salarissen, hooliganisme.
Als jochie van een jaar of tien, elf speelde ik mijn eerste wedstrijdjes bij KDS uit Utrecht Zuid. KDS staat voor Krachtig door samenspel maar in de volksmond waren het de katholieke doodschuppers. Met plezier al heeft het niet lang geduurd. Pas na mijn diensttijd ging ik weer in verenigingsverband voetballen, gewoon omdat het leuk is en bewegen goed is voor een mens. Nee, ik was geen hoogvlieger, in geen enkele sport, trouwens. Maar ik heb goede herinneringen aan de jaren dat ik bij LEVU, later AMEV in het derde speelde. Een bierelftal, zou je kunnen zeggen al moesten we vaak op zaterdagen al vroeg in de ochtend op het veld staan, ergens in of rond de Domstad. Zo herinner ik me dat we bij NITA uit Nieuwer ter Aa (bij Breukelen) eerst de schapen van het veld moesten jagen en dat de wasgelegenheid in de kleedkamer alles weghad van drinkbakken voor het vee. Of dat we in Lexmond wel twintig minuten langer dan de gebruikelijk twee keer drie kwartier speelden omdat de clubscheidsrechter ons geen overwinning gunde. Enfin, anekdotes te over, ik laat het er hierbij.
Toen ik trouwde verhuisden we uit Utrecht naar Schoonhoven en gezien mijn leeftijd had ik geen zin meer in een nieuw voetbalavontuur. Wel speelde ik nog jaren zaalvoetbal, veelal als onverschrokken keeper.
Dat wat betreft mijn eigen voetbalcarrière.
Als supporter kwam ik regelmatig bij DOS en Velox, en na de fusie in 1970 heb ik een aantal jaren een seizoenkaart bij FC Utrecht gehad. Dat is nog steeds mijn cluppie. We zijn jaren ook vaak naar de uitwedstrijden gereden totdat in deze prachtige sport het hooliganisme de kop op stak. Toen was voor mij al snel de lol eraf. Nu ga ik nog een enkele keer naar Nieuw Galgenwaard.
Voetbal op televisie kan me de laatste jaren niet zo boeien. De in Europees verband gespeelde wedstrijden hebben wat van schaken, een remise uit en een kleine overwinning thuis is genoeg, dat levert geen sprankelend voetbal op. Meestal kijk ik het laatste kwartier even (als ik al kijk) om een indruk van het potje te krijgen. Ik vind dat wel best, zo. De samenvattingen van een eredivisiewedstrijd zijn nog net om aan te zien omdat alleen de leuke momenten uit de wedstrijden gehaald worden. De beleving in het stadion is echter heel anders, de sfeer, het volk om je heen, de humor, dat is nog steeds best genieten. Zoals gezegd, af en toe.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.