Een mannetjesschaap noemen we ram dus daar heeft het niets mee te maken.
Voor dit bijzondere woord moeten we de notulen van de Tweede Kamer induiken. Eind negentiende eeuw zat daar ene Schaepman namens de voorloper van de KVP om de belangen van het katholieke volksdeel te dienen.
Het alcoholgebruik liep in die tijd de spuigaten uit en er werd een wet voorbereid om dat drastisch in te perken. Eén borrel per dag zou nog maar toegestaan zijn.
Schaepman realiseerde zich dat een mens op een been niet kan lopen en bepleitte met succes dat een tweede glas toegestaan moest worden.
Die tweede borrel werd schertsend een schaapmannetje genoemd.
Zoals zo vaak devalueren begrippen in de loop der tijd en het schaapmannetje werd gewoon een glas jenever, of het nu de eerste of de derde, vierde was.
