Maart 1968. Ik moet me melden op de Simon Stevin kazerne in Ede, de koningin verwacht dat ik haar help het vaderland te verdedigen.
Maar wie is dat eigenlijk, Simon Stevin? Ik ben er maar eens ingedoken.
Hij is in 1548 geboren in Brugge. Een snelle leerling en zo wordt hij een soort boekhouder voor het stadsbestuur. Met een onderbreking want het zijn roerige tijden en de stad is beurtelings in handen van de katholieken en dus van de Spaanse koning en van de calvinisten waar Stevin toe hoort. In 1581 vertrekt hij naar Leiden om zich verder te bekwamen op de door Willem de Zwijger opgerichte universiteit.
Hij ontwikkelt zich tot een bekwame wis- en natuurkundige en doceert in de Nederlandse taal. Hij geeft allerlei al bekende fenomenen een Nederlandse naam. Wiskunde, meetkunde, natuur- en scheikunde maar ook evenaar, evenredigheid, middellijn en noemer. Hij beschrijft als eerste breuken in decimalen achter de komma.
Zijn kennis past hij toe in waterbouw projecten en stedebouwkundige adviezen. Later legt hij zich voor zijn vriend, stadhouder Maurits toe op de bouw van vestingwerken.
Hij maakt naam, zowel in de wetenschap als als ingenieur. René Descartes komt bijvoorbeeld speciaal voor hem uit Frankrijk naar Leiden.
Triviaal weetje, hij trouwt op achtenzestigjarige leeftijd met de vrouw waar hij al jaren mee samenwoont in Den Haag en met wie hij vier kinderen heeft. Simon Stevin overlijdt in 1620.
