Mark ontmoet Sandra

De verdwijning van Floor, om dat eufemisme maar te gebruiken, was me goed afgegaan. Wroeging? Geen enkele, dit was gewoon zijn verdiende straf! Medeleven met de ouders, waarom? Die hadden dat ettertje toch nooit tot de orde geroepen, dit was gewoon ook hun verdiende straf. Wat overheerste was het gevoel dat opgeruimd wel netjes staat.

Na de lagere school kwam ik op het gymnasium terecht. Een hele opluchting, de jongens en meisjes daar waren veel slimmer, leken in hun gedrag meer op mij. Anders gezegd, ik was niet meer het buitenbeentje en werd niet meer gepest. Tot in de vijfde, een jaar voor de eindexamens, Frank bij ons op school kwam. Zijn ouders waren uit Almelo naar de Randstad gekomen en Frank moest, tegen zijn zin, mee. Hij zat niet lekker in zijn vel, miste zijn vrienden uit Twente. Hij werd uitgelachen om zijn boerse accent en om zijn voorkeur voor Heracles, de voetbalclub uit zijn vorige woonplaats. Ik had eerst met hem te doen, wist hoe het was om buitengesloten te zijn. Maar Frank wilde niets van mijn toenadering weten, verblind als hij was door zijn eigen sores. Tot zover begreep ik het wel. Maar wat mij in het verkeerde keelgat schoot was dat hij zijn chagrijn op mij ging afreageren. Daar had ik dus echt geen zin in. Ik waarschuwde hem er onmiddellijk mee op te houden, het werkte echter averechts. En dus ging ik steeds vaker denken aan een oplossing als die die bij Floor zo goed gewerkt had.

Niet ver van onze school staat een verlaten pakhuis. En op een zonnige woensdagmiddag, op weg naar huis, zag ik een meisje uit dat pakhuis naar buiten komen. Zo’n beetje mijn leeftijd, misschien een jaartje jonger. Ze keek schichtig om zich heen, kennelijk bang betrapt te worden. Ik deed net of ik haar niet zag en zij verdween even later uit mijn zicht. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Wat deed ze daar in dat pakhuis en waarom wilde ze er niet gezien worden? Ik zette mijn fiets weg en liep naar de deur van het verlaten pand. Niet op slot, ik had dat ook niet verwacht. Snel ging ik naar binnen, op onderzoek uit. Op de begane grond is het een groot stofnest. Honderden dode vliegen liggen in de vensterbank, de ramen zijn zwart van de aanslag. Hier is kennelijk in geen jaren geventileerd. Dan trekt een openstaande deur mijn aandacht, ik kijk naar binnen en ontdek een trap naar beneden. Maar ook een geweldige stank die daar vandaan naar boven komt.

Juist als ik met een zakdoek voor neus en mond naar beneden wilde gaan hoorde ik de voordeur piepen. Snel dook ik het trapgat in en drukte me tegen de muur, ik hield de adem in. Even later schuifelde het meisje dat mijn aandacht trok langs me heen. In het voorbijgaan raakte ze me aan. Ik weet niet wie er meer schrok, zij of ik. Er is geen ontkomen aan, we voelden ons allebei betrapt. Uit het niets goochelde zij een stiletto tevoorschijn en dwong me verder het souterrain in te gaan. Ik herkende nu de stank, tenminste, ik herinnerde me de doodangst die Floor in geur verspreidde. Iets soortgelijks moest hier gebeurd zijn en daarom was dat meisje natuurlijk zo nerveus. Ze gebaarde dat ik op de grond moest gaan liggen, armen en benen gespreid. Langzaam begon ik op haar in te praten. Ze hoefde voor mij niet bang te zijn, ik zou haar schuilplaats niet verraden. Maar hoe maakte ik dat haar duidelijk? Het enige dat me bruikbaar leek was haar deelgenoot te maken in mijn verhaal. Dat zou mogelijk mijn leven kunnen redden, ik zou haar niet verraden en zij mij niet, we konden zo elkaar chanteren, dat zou de deal moeten zijn. Het was een hele opluchting dat ze me begreep en dat ze in wilde gaan op mijn voorstel. Wat ik toen nog niet wist was dat ze mij in meer deelgenoot wilde laten zijn. Ze stelde zich voor als Sandra.

Meer Mark

5 Comments

Laat een reactie achter bij carel de mariReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.