Een mens maakt wat mee!

16 April, de verjaardag van wijlen opa Bas. Opa Bas die de laatste tien, twaalf jaar voor zijn verjaardagsfeest een Indonesisch restaurant, eerst meestal Djakarta in Utrecht, later Bronbeek in Arnhem. Het idee van onze oudste die traditie eens een keertje terug te laten komen werd door ons direct omarmd. En zo spraken we om half zes af bij Djakarta. We waren wat aan de vroege kant, parkeerden de auto in een parkeergarage in de buurt en liepen richting restaurant. Een kreet vanaf een van de terrasjes:’daar zijn ze al!’ Arjan en Eadaoin, maar niet alleen. Er zat nog een stel dat aan ons voorgesteld werd, twee oud-collega’s uit Brno. Toevallig tegen het lijf gelopen, de wereld is soms wel zeer klein.
Arjan: ‘ He looks like John Davies’.
Eadaoin: ‘ It is John Davies!’
Die gasten waren vanuit Tsjechië naar Den Bosch gereisd voor de tentoonstelling van Jeronimus Bosch en toevallig in de Domstad verzeild geraakt. En liepen daar geheel toevallig, volkomen onverwacht, een stel uit Amsterdam tegen het lijf dat in Utrecht een eetafspraak had. We gunnen de jeugd de tijd afscheid te nemen en lopen nog even een rondje door de oostelijk binnenstad. Bekend terrein maar in geen jaren geweest. Mijn oude kroeg, de Potdeksel draagt nog steeds die naam, dat soort herkenningen.
Wanneer we goed en wel aan tafel zijn komen ook Ellen en Ivo, met natuurlijk mijn grote vriend in het kielzog, binnen.
De rijsttafel is snel gekozen, de beroemde sateetjes en andere lekkernijen worden aangevoerd en er is van alles te bespreken. Kortom, een maaltijd zoals een maaltijd hoort te zijn. Goed van eten, geweldig qua conversatie en sfeer. Mijn jonge vriend heeft wat lang op zijn stoel moeten zitten maar beurtelings bij opa en oma op de schoot, de heen- en terugreis steevast onder de tafel door, houdt hem voldoende bezig.
Aan alles komt een eind, we hebben de tafel eer aangedaan. Na een uitgebreid afscheid van de Amsterdammers wandelen we richting parkeergarage. De kleine man stapt dapper mee, bomen en boten benoemend. Oma moet nog even terug omdat ik vergeet de uitrijkaarten te kopen, domme opa.
Ineens enig tumult aan de overkant van de weg. Een jongedame wil haar Fiatje verlaten maar wordt aangesproken door ‘ Ik ben de messias, ik kom rechtstreeks uit de hemel. Ik heb geen geld, je mag je auto uit als je wat kleingeld geeft’. Even later ziet de ‘ messias’ een potentieel nieuwe kans en gunt het meisje haar vrijheid. Ze weet niet hoe snel ze weg moet komen. Dat potentiële slachtoffer ziet tijdig het naderende gevaar en ontkomt, reden voor de verlosser om ons aan te spreken. Hij wil de kleine man zegenen, bevrijden van allerlei ziektes. En hij voorspelt dat het ventje 76 wordt. Zijn moeder en ik worden 133. Pff, ik ben net halfweg!. Ondanks een poging van een passerende fietser, ‘ laat die mensen toch met rust’, zijn we niet van de man af tot we de parkeergarage ingaan. Mijn vriendje is wel drie, vier keer gezegend, hem zal niets meer overkomen gelukkig.

4 Comments

    1. Per saldo een geweldige avond gehad. De messias kan er ook niets aan doen, ook al werd het na verloop van tijd wel vervelend.

Laat een reactie achter bij carel de mariReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.