In het eens per kwartaal uitgegeven blad van de seniorenvereniging van mijn oude werkgever wordt steeds aandacht besteed aan de activiteiten van een van de leden na pensionering.
Dit kwartaal kwam ik aan de beurt. De tekst heb ik hieronder in zijn geheel opgenomen. De portretfoto die het artikel begeleidt is gemaakt door Peter van Hengstum.
Sinds hij op zijn 58ste met pensioen ging, vermaakt Carel de Mari zich prima. Hij doet veel vrijwilligerswerk en is graag creatief bezig. Hij schildert, doet presentaties en schrijft blogs, verhalen en zelfs boeken. ‘Elke dag een onderwerp bedenken vind ik een leuke uitdaging.’
Wanneer begon je bij a.s.r.?
‘In 1965 ben ik begonnen bij de Algemene Verzekering Sociëteit, de AVS, als acceptant autoverzekeringen. In korte broek. En “acceptant” is een groot woord, want het was de chef die accepteerde. Ik ging in dienst en AVS ging in die periode over in De Holland. Ik kwam terug als volwaardig acceptant. Niet meer in korte broek, wel met lange haren. Op een gegeven moment werd ik groepsleider, daarna souschef en vervolgens deel van de staf van de benzine- afdeling. Vanuit die staffunctie ben ik van alles gaan doen op organisatorisch gebied en heb ik grote projecten gedraaid, zoals met de overgang naar het nieuwe millennium. Ook was ik als afgevaardigde van AMEV vaak bij het Verbond van Verzekeraars. Mijn laatste kunstje was de fusie van AMEV en a.s.r. in 2006. Ik was 58 en mocht kiezen of ik bleef of wilde gaan. Ik had teveel collega’s rond de pensioengerechtigde leeftijd zien sneuvelen en dacht: ik ga genieten van het leven.’
Dat is vast goed bevallen.
Absoluut ben eigenlijk ook meteen weer aan het werk gegaan. Ik zat op een schilderscursus, waar ik vertelde dat ik met pensioen ging. lemand zei daarop dat Stichting Welzijn Ouderen Schoonhoven nog een bestuurslid zocht. Vervolgens ben ik daar twaalf bestuurslid geweest, waarvan de laatste zes als voorzitter. Er waren zo’n tweehonderd vrijwilligers en er stonden zeven dames op de loonlijst. Twintig uur per week werken was geen zondering. Ook was ik in die tijd betrokken bij de oprichting van de seniorenvereniging, maakte de website en was mede organisator van de jaarlijkse bijeenkomsten.
Je schilderde dus al naast je werk?
Jazeker. Als kleine jongen al gaf ik mijn vader de kleuren aan als hij schilderde en tekende. Dat was zijn hobby. Zelf ben ik zo rond mijn vijftigste begonnen, Aan de Volksuniversiteit heb ik tekenlessen genomen. Daarna ging ik aquarelleren, maar vooral omdat ik niet tegen de terpentinelucht van olieverf kan. Nu olieverf er ook op waterbasis is, gebruik ik die. Wel heb ik met twee dames van de aquarelleercursus nog eens in de twee weken een schilderavond. Beurtelings zitten we bij elkaar thuis te kwasten. We inspireren elkaar of wijzen op verbeterpunten. Vanavond ook weer.
Daarnaast leid je een Studiekring. Wat houdt dat in?
Het is een landelijk initiatief vanuit bibliotheken en welzijnsorganisaties. Met twaalf mensen komen we twee keer per maand samen en presenteren beurtelings een onderwerp. Dat gaat in overleg, maar doordat iedereen zijn eigen onderwerp mag kiezen, is het aanbod heel gevarieerd. Ik heb laatst bijvoorbeeld Andy Warhol behandeld, de keer ervoor hadden we het over de ecologische voetafdruk. Afhankelijk van het onderwerp discussieren we door, over de ecologische voetafdruk natuurlijk meer dan over Warhol. Ik organiseer het ook en zorg dat elke keer alles gereed staat.
En je schrijft dagelijks een blog.
Ik vind het een leuke uitdaging elke dag een onderwerp te bedenken. Gelukkig maak ik genoeg mee. En als er een keer weinig gebeurt, heb ik een paar oplossingen. Ik schrijf bijvoorbeeld een serie over de straatnamen van geleerden, hier in de buurt, recent en uit het verleden. Ik teken er een portret bij en beschrijf wie het is en wat hij heeft gedaan. Zo’n serie heb ik ook met kunstschilders, voor vandaag heb ik Jan van Score klaarstaan.
Ook schrijf je bundels korte verhalen en heb je een boek geschreven over het verzetsverleden van een oom.
“Mijn nicht vond het dagboek van haar vader -mijn oom- zijn kampverleden. Vanwege zijn verzetswerk was hij in 1942 door de Duitsers opgepakt en pas in augustus 1945 teruggekomen. In de tussentijd had hij gevangen gezeten en als therapie heeft hij naderhand dat dagboek geschreven. Maar wat er miste is wat hij in het verzet had gedaan. Mijn vriend had al eens onderzoek gedaan naar gevangenen in Neuengamme. We hebben hem erbij gevraagd en met z’n drieën hebben we onderzoek gedaan, bij het NIOD, oude kranten, in het Nationaal Archief. Vanuit de gegevens die we hebben gevonden, heb ik een verhaal geschreven zoals het gebeurd zou kunnen zijn en wat mijn ooms rol zou kunnen zijn geweest. Het is in eigen beheer uitgegeven en ligt onder meer bij Kamp Amersfoort en het Nationaal Archief.

Mooie cv!