Naar het Nationaal Archief

in mijn blog van gisteren vertelde ik iets over de zoektocht in het verleden. Een van de daarbij betrokken archieven is het Nationaal Archief in Den Haag. Ik heb totaal geen ervaring met dit soort archieven en bibliotheken, alles was nieuw.

We hadden afgesproken elkaar rond half elf bij het archief te ontmoeten. Theo reist per trein, ik kom met de auto tot aan Metrostation Het Loo in Voorburg en ga vandaar met de lightrail naar Den Haag Centraal. Ik sta op de roltrap wanneer zijn appje binnenkomt, ik ben net binnen. Ik hoef niet te reageren, ik dus bijna ook. Gelukkig ziet Theo me aankomen, het archief is niet direct als zodanig herkenbaar, geen naam op de gevel of zo.

Jas en tas verdwijnen in een kluisje, laptop en schrijfblok gaan mee. Omdat ik er voor het eerst ben moet ik eerst een toegangspasje laten maken. Ik had thuis tevoren al de nodige gegevens daarvoor via internet aangeleverd. Theo’s pasje bleek verlopen dus hij moest ook een nieuwe. We kunnen nu allebei drie jaar terecht in het archief.

De volgende hindernis is een bewaker die controleert wat we mee naar binnen willen nemen. Ballpoints, losse papieren en de schrijfmap waarin mijn schrijfblok zit mogen niet mee. Terug naar het kluisje dus.

We krijgen in een al redelijk gevulde studiezaal twee plekken naast elkaar aangewezen. De dossiers die we willen bekijken zijn van te voren opgegeven en staan klaar. We mogen maximaal drie dozen meenemen en de archivaris kan niet vertellen wat er in iedere doos zit. Het vooropgestelde plan, de aan te houden volgorde, moeten we maar vergeten. Potloden om aantekeningen te maken worden van Rijkswege gratis verstrekt.

We installeren ons, de laptops worden van stroom voorzien en Theo legt zijn mobieltje ook aan de beademing. Meteen een suppoost erbij, dat is niet de bedoeling. Hij mag hem wel elders op het elektriciteitsnet aansluiten. De camera op de laptop wordt afgeplakt, foto’s maken is verboden. We overleggen op fluistertoon wie welke doos voor zijn rekening neemt en meteen staat er weer een suppoost, of we alsjeblieft zo zacht mogelijk willen praten.

In stilte gaan we op zoek naar de informatie die voor ons onderzoek van belang is. Ik maak blij gebruik van de cursus snellezen die ik ooit gedaan heb en lees de tekstpagina’s diagonaal. Een enthousiast ‘bingo’ moet ik onderdrukken als de eerste resultaten zich aandienen. Een getuigenverklaring met wat namen die ons mogelijk verder helpen. Geen foto’s dus ik schrijf de essentie op. Soms heb ik meer aan de letterlijke tekst overnemen, maakt het verhaal authentieker. En dat overschrijven wordt dan al snel overtypen in Word, ik leer snel.

Rond enen eten we even een broodje, wat mij betreft doen we dat de volgende keer ergens in de omgeving op het stationsplein. De kaas moet al uren hebben liggen zweten. Het saucijzenbroodje heb ik laten liggen toen bleek dat het niet opgewarmd kon worden. Met instemming, ‘groot gelijk’, van de man achter de kassa. De koffie was wel goed.

Een half uurtje later zijn we terug in de studiezaal. Ik had tijdens de lunchpauze aangegeven tot drie uur door te willen werken zodat ik voor de file uit Den Haag uit kon rijden. Het werd kwart over drie. een ervaring en een goede vangst rijker. Laptop en schrijfblok werden weer gecontroleerd, nee, ik heb geen documenten achterover gedrukt. Toen ik het Prins Clausplein opreed gaf het navigatiesysteem aan dat de route werd herberekend in verband met verkeersinformatie. Ik heb het systeem maar braaf gevolgd en reed huiswaarts over de wegen die ik altijd neem als ik uit het Haagse kom. Thuis heb ik nog even de slordigheden uit het verslag gehaald. Volgende week verder, het nieuwe is er dan af.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.