We waren niet de enigen, die dinsdagmiddag in Amelisweerd. Het landgoed ligt tegen de Utrechtse universiteitswijk, de Uithof en menigeen maakte van de middagpauze gebruik om even te gaan joggen. Rennen moet je geloof ik tegenwoordig zeggen, joggen is sloffen. Verbaasd waren we toen we op een gegeven moment snel ingehaald werden door twee jonge mannen, niet zozeer vanwege dat inhalen maar wel over de hevige inhoudelijk wetenschappelijke discussie die ze tijdens het rennen voerden.
Ik moest denken aan de fietstocht die mijn zwager en ik jaren terug maakten van Utrecht naar Groesbeek. We reden in een behoorlijk tempo, een gemiddelde van om en nabij de 25 km/u. Ik had niet echt moeite om dat tempo bij te houden maar liet hem maar praten, daar had ik absoluut geen extra lucht voor. Best mogelijk dat ik daarom ook graag alleen mijn toertochten maakte, bedenk ik nu.
Jaren later werd vastgesteld dat ik officieel aan COPD, chronic obstructive lung desease, lijdt. Een gevolg van, in mijn geval, roken al kan een erfelijke factor ook een rol spelen, mijn vader had chronische bronchitis.
Met dagelijks een paar pufjes houd ik de ontwikkeling van deze ziekte nog steeds op afstand, alles onder controle, dus.
Waarom vandaag dit onderwerp? Wel het is wereld copd dag. Een soort vaderdag dus, maar dan voor mensen met een longziekte. Geen kaartjes als op Valentijnsdag, geen bloemetje als op moeder- en secretaressedag. Maar wel graag even aandacht voor deze kwaal die niet altijd zichtbaar is maar wel degelijk tot beperkingen lijdt.
Awel zie, omdat jij het bent vandaag een @->– van mij 🙂
dank je, zolang het geen medelijden is 😉
Gelukkig beperkt je het in een heleboel dingen ……niet……
voorlopig heb ik weinig te klagen, daar is ook geen tijd voor