Een ( ongeluks) dagje uit het leven van Hennie van B.

Weer eens een gastblogje van Jan Spier, oud diender te Utrecht.

Het was in de tijd, dat ik bij de bereden brigade dienst deed. ( Those were the days )

Op een middag, mijn goede collega Hennie van B., was in de manege ( toen nog aan de Kaap Hoorndreef) om een jong paard de kneepjes bij te brengen een goed politiepaard te worden. Ik was doende met stalwerkzaamheden, o.a. het onderhoud van tuigage e.d.

Opeens hoorde ik vanuit de “bak” zoals de manege genoemd wordt, een hoop kabaal en geschreeuw.

Ik repte mij naar de plaats des onheils en daar zag ik Hennie kreupel lopend en met een van pijn verwrongen gezicht de stal in komen.

“Wat is er gebeurd,?” vraag ik bezorgd.

“Hij heeft me er ***  eraf gegooid, de rotzak, denk je soms, dat ik altijd zo afstap,“ was zijn commentaar.

“Neen,” zei ik sussend,” dat  doet men altijd op een correcte manier volgens de richtlijnen van  het handboek.”

“Ik wilde hem een hoek in hebben,”zegt Hennie, “maar dat kreng weigerde en toen begon hij plotseling te bokken, het leek wel een rodeo en toen gooide hij mij eraf.”

Aangezien ik vermoedde, dat hij wel eens iets gebroken kon hebben of een verwonding, gelet op de hevige pijn aan zijn heup, drong ik er op aan dat hij eerst ging liggen en daartoe legde ik snel wat strobalen in het hooi- en strohok op een rijtje.

Maar eigenwijs als hij kon zijn, weigerde hij dat. “Gaat wel weer over,” was wat hij met een van pijn verwrongen gezicht zei.

Heel wat overredingskracht was er nodig om hem zover te krijgen dat hij uiteindelijk op de strobalen ging liggen.

( Ik moest ondertussen ook even aan de woorden denken van onze helaas te vroeg overleden collega Peter van Z., die mij eens tijdens een discussie toevoegde: “Jan, jij bent zo eigenwijs, als ze  jou in het water smijten drijf je van eigenwijzigheid tegen de stroom in.”

Zou er dan behalve mij  nog iemand zijn die daarvoor in aanmerking kwam?

Maar goed, daar lag hij dan op de strobalen; nu hem nog zo ver zien te krijgen dat hij zijn rijbroek laat zakken, zodat ik kon zien of hij een verwonding had o.i.d

De lezer raadt het al, opnieuw was er weer discussie nodig. Maar tenslotte wurmde hij zijn rijbroek tot aan zijn knieën omlaag. Terwijl ik in voorovergebogen houding zijn melkflessen aan een “deskundig” onderzoek onderwierp, wat te drommel, ik was toch niet voor niks geabonneerd op een medische encyclopedie, ging plotseling de deur van het hooihok open en in de deuropening stond niemand minder dan de marktmeester himself.

“Goedemiddag heren,” sprak hij met enigszins schrille stem het toneel overziende en kennelijk met zijn houding geen raad wetend, “ik wilde nog even iets doorgeven voor de aanstaande markt.”

Wij hadden natuurlijk iets uit te leggen en langzaam zagen wij de twijfel die aan hem knaagde   verdwijnen. Ach, als je dat gezicht van die man gezien had….

Maar het verhaal is nog niet af. Ik belde met de 1 e hulppost van het Overvecht Ziekenhuis.

We mochten direct komen. “Ik zet een rolstoel voor u klaar,” sprak een bezorgde verpleegkundige. Dat wordt een nieuw probleem bedacht ik onderweg. Hoe krijg ik hem in uniform in een rolstoel?

Uiteindelijk lukte het mij hem in de rolstoel te krijgen en zo reden we dan door de gang naar de goede afdeling. Laten nou net de automatische deuren de verkeerde kant open gaan die met een bonk tegen de rolstoel kwamen, hetgeen een kreet van pijn opleverde.

Even later komt een man ons in de gang tegemoet die Hennie toeroept:

“ Zeg ben je misschien te lui om te lopen?”

Ik kon hem nog bijtijds in zijn kraag grijpen, anders was hij de rolstoel misschien nog uitgekomen om die man aan te vliegen.

Gelukkig bleek na onderzoek, dat er niets gebroken was. Alleen een behoorlijke kneuzing was  wat hij aan de training  van een onwillig paard overhield.

s’ Avonds, bij thuiskomst, kreeg Hennie in ieder geval een hartelijke ontvangst van Letty, zijn wederhelft, die, terwijl hij kreunend van de pijn de trap beklom, hem verwelkomde met de woorden: “Wat loop jij nou te stuntelen op de trap, ben je soms dronken?”

Hoe het verder die avond in huize van B. is gegaan vermeldt de geschiedenis niet.

Hennie verscheen de volgende dag wel degelijk op het werk.

Eens een marinier, altijd een marinier.

 

 

Jan Spier.

2 Comments

Laat een reactie achter bij TrudiReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.