Met de paplepel


Je zou kunnen zeggen dat ik tekenen en schilderen met de paplepel kreeg ingegoten. De overlevering meldt dat ik als driejarige al bij mijn vader de verftubes aanreikte, en dan niet blauw of rood maar vermiljoen of ultramarijn. Ik heb daar zelf geen actieve herinnering aan om maar eens een alledaagse uitdrukking te gebruiken.
En in mijn jonge jaren tekende ik regelmatig. Maar dan, gezin en carrière, ik stelde andere prioriteiten.

Tot ik rond mijn vijftigste de draad weer oppakte. Een cursus tekenen bij de Volksuniversiteit, daarna een paar jaar aquarel bij Jozien en af en toe nog eens een workshop of een jaartje les. Een mens is immers nooit te oud om wat te leren.

Op de basisschool van onze kleinkinderen geef ik af en toe met veel plezier een workshop portrettekenen. De kinderen leren iets van verhoudingen, licht en schaduw. En ze gaan naar huis met een eerste geschilderd portret, jong geleerd is oud gedaan.

Mijn huidige schilderwerk is met acrylverf of olieverf op waterbasis. Per jaar maak ik zo’n vijfentwintig, dertig schilderijen. Ik heb geen vast onderwerp, de ene keer een portret, dan weer een landschap of stadsgezicht, wat fruit of een oude auto. Maar net waar ik zin in heb!

En altijd heb ik een schetsboek, potlood of houtskool en een gummetje bij de hand. Vaak snelle schetsjes, ik word er steeds handiger in.

Oefening baart kunst!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.