Met het mes op tafel

De stand loopt gelijk op, dan weer staan wij, dan weer onze tegenstrevers iets voor. Het zijn de leukste spelletjes. Op een voorwaarde, dat aan het eind van de rit wij toch de meeste punten hebben. Niet ten koste van alles, het blijft natuurlijk een spelletje. Maar wel volgens de regels. We kaarten immers niet met naaimeisjes. Die uitdrukking komt van mijn vader net als de liefde voor het kaartspel.
Thuis speelden we het in ieder geval regelmatig, vaak zelfs aan twee tafels. Vaak klaverjassen, later ook pandoeren, toepen, zwikken. Of boerenbridge en jokeren of vergelijkbare spellen, zoals canasta en samba. Vandaag de dag zijn de eerste en de laatste nog in zwang, een enkele keer toepen om de tijd te doden tussen twee spelletjes klaverjassen. Pandoeren zou ik niet meer kunnen, die regels zijn weggezakt.
Niet kunnen kaarten is een gebrek aan je opvoeding zeggen we hier. Daar hoef je niet al te zwaar aan te tillen maar je mist wel iets.

4 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.