Uit het dagboek van een toerfietser

Het is zaterdag, de wekelijkse boodschappen zijn in huis gehaald. Een graad of twintig, weinig wind. Ik besluit nog een paar uur te gaan fietsen, kleed me om en haal de toerfiets naar beneden. Die hangt altijd aan het plafond van de schuur, daaronder staan onze gewone fietsen, vier in totaal. Ik kies voor een rondje over Montfoort, begin met wind tegen. Het gaat lekker, in het eerste uur een kilometer of 25 op de teller. Ik kies ervoor over Oudewater terug te gaan, eventueel nog een extra ommetje over Gouda, Berkenwoude.

In Mastwijk schreeuwt een gezette jongeling dat ik wel wat aan mijn buikje mag doen. Tja, waar denk je dat ik mee bezig ben, ik heb een zittend beroep. Ben bovendien een Bourgondiër. Enfin, misschien dat hij zich realiseerde dat hij beter zichzelf had aan kunnen moedigen. Via Snelrewaard langs de Hollandse IJssel nader ik Oudewater. Stop! Dranghekken, er is een plaatselijke omloop. Ik hoor dat het peloton niet zo lang geleden gepasseerd is en de suppoost vindt het goed dat ik doorrij.

Nu moet je weten dat ik het wielertenue dat door mijn werkgever beschikbaar gesteld is aan had. En, dat ook de nationale selectie in dezelfde kleuren reed. Op ons opleidingscentrum in Wageningen was ik Evert ten Napel wel eens tegengekomen die een klasje wielrenners de kunst van het de pers te woord staan moest bijbrengen.

De kenners onder het veelvuldig opgekomen publiek probeerden dan ook de troef uit de nationale ploeg te herkennen. Helaas, grijze haren en een embonpoint, die stond niet op hun lijstje. Het stukje over het parcours zal niet langer dan een kilometer geweest zijn maar de enthousiaste begeleiding door het publiek zal ik niet gauw vergeten. Als een kampioen werd ik binnengehaald.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.