Een paar stronkjes witlof, wat champignons, een lenteuitje en een doosje druiven. Die laatste zijn voor tussendoor, de rest voor het avondmaal.
Het is mijn kookbeurt, in principe iedere woensdag en donderdag. Op de aanrecht de mise en place. Ik snij de groente en weeg de pastaschelpjes af voor twee personen. Negen minuten koken voor en dente zegt de verpakking. Ik hou me, gehoorzaam als ik ben, daaraan.
In een andere pan bak ik honderdvijftig gram spekreepjes in het eigen vet. Na een paar minuten gaan de gesneden lof en champignons erbij, een beetje peper, wat Italiaanse kruiden. Tien minuten nog, af en toe roeren.
Er ligt nog een klein stukje oude kaas die ik rasp in die tien minuten. En het bosuitje snij ik klein.
Op het sein dat de pasta beetgaar is giet ik de pan af en blus ik met koud water de schelpjes om doorgaren te voorkomen. De groenten, het spek en de kaas en lenteui schep ik er door.
“Aan tafel”, nodig ik uit, er staat weer een eenvoudige doch voedzame maaltijd.
Witlof met ham en kaas vind ik ook heerlijk maar er is zoveel meer mogelijk!
