De romp, voorzijde

In de serie spreekwoorden is de beurt aan de romp, vandaag de voorkant, volgende keer de rug en misschien later nog wel de inborst.

Om niet de helft van mijn volgers het idee te geven er niet bij te horen deze keer twee rompen op een tekening. In de spreekwoorden is er nauwelijks verschil tussen de geslachten, behalve natuurlijk wanneer ik afzak naar de genitaliën.

Eerst maar eens de borst. Ik zal mezelf niet op de borst slaan, noch uit volle borst mezelf lof toezingen. Het zou me tegen de borst stuiten, zeker nu ik inmiddels aan Abrahams borst rust. Ik koester ook geen adder aan mijn borst, dus van mij geen waarschuwing de borst maar nat te maken.

Ik heb er de buik van vol, uitbuiken is dan niet direct de oplossing. Nee, schrijf dat maar op je buik (dan kun je het met je hemd weer uitwissen). Gelukkig hoeven we de buikriem nog niet aan te trekken al maak ik ook van mijn buik geen afgod. Je kunt me evengoed wel in de buik straffen al voelt dat niet als een mes in de buik. Met weemoed kijk ik terug op de tijd dat ik vlinders in de buik voelde.

Over de genitaliën kan ik kort zijn, alles wat niet bevalt is tegenwoordig kut (al dan niet met peren), of, desgewenst want honderd procent inwisselbaar klote. En als man kun je dan ook nog voor lul staan of een lulletje rozenwater zijn.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.