Het Groene Hart

Het is al weer half augustus en Erwin Krol en de zijnen kunnen, net als in juli, nog niet veel meer dan regen, of anders wisselvallig voorspellen. De weerpraatjes gaan meer dan eens gepaard met ergens vanuit het land ingezonden fotox92s van wolkenpartijen. Wolkenpartijen die Salomon van Ruysdael ons in de zeventiende eeuw ook al schilderde. De term ‘Hollandse luchten’ is dan ook vaak genoemd.

Ook vandaag zijn ze er weer, die wolken. En het is drukkend benauwd. Maar de temperatuur is goed en dus pakken we ons stalen ros om hier in de omgeving wat kilometers te maken. Wind mee op de Lekdijk maakt de start makkelijk. De rivier staat niet erg hoog waardoor de hier aan de natuur teruggegeven uiterwaarden redelijk droog staan. Niet veel meer dan forse plassen, achtergelaten door de vannacht gepasseerde buien. Kolonies ganzen foerageren er, krachten opdoend voor hun verdere reis. Binnendijks passeren we statige boerderijen. Op hun oprijlanen kreunen de hoogstambomen onder hun zware bijna rijpe oogst. Naast de boerderijen is het vooral laagstam in de bongerds, economisch natuurlijk veel verstandiger. We passeren het moderne gemaal de Koekoek, in gebruik om de waterstand in de waard op het juiste peil te houden, en even later zijn we in Jaarsveld. We rijden langs boerderijen en herenhuizen met het blauwwitte schild dat een rijksmonument draagt. En langs het van een roodwit schild (gemeentemonument) Veerhuis dat ooit in een van de streekromans van Herman de Man een kwalijke rol vervulde. In Jaarsveld verlaten we de toch nog redelijk drukke rivierdijk en na een slinger door Lopik komen we welhaast alleen te rijden. De polder is hier op zijn mooist. Het ruisen van de bomen en het zingen van onze bandjes over het asfalt, veel meer horen we niet. En zelf houden we ook wijselijk onze mond, daarmee voorkomend dat ons ongewild insectenmaaltijd wordt opgediend. Ook hier monumentale boerderijen, helaas soms afgewisseld met oerlijke megastallen en fabrieksgebouwen. Op de Cabauwse kade verwijst een bord van ‘Het Utrechts landschap’ ons naar een karrenspoor dat leidt naar een prachtig gerestaureerde wipmolen en een oud stoomgemaal. Beide monumenten deden ooit dienst in de waterhuishouding in dit gebied.

Nog een paar kilometer en we zijn weer thuis. Plotseling wordt de stilte verstoord door angstig waarschuwend vogelgepiep. Plots duikt van achter ons een buizerd in glijvlucht naar beneden. Ook op zondagen moet gegeten worden.

0 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.