Op de brug

LekzichtIk zit met mijn kleinzoon op het terras van Rivierzicht, een cafetaria waar heerlijke koffie geschonken wordt. Het ventje is net twee en geniet van een ijsje. Voor de zekerheid heb ik maar een paar extra servetjes gevraagd. Rivierzicht, het is maar hoe je het bekijkt. Vanuit de Veerpoort, de enige stadspoort die het stadje nog heeft, ontneemt het nieuwe gebouwtje juist alle zicht op de rivier en vanaf de overkant kun je het pittoreske zicht op de poort wel vergeten. Vanaf ons plekje is het echter genieten van alles wat er op het water gebeurt. En reken maar dat dat veel is, zeker voor mijn grote vriend. Hij praat nog meestal in woorden van een lettergreep, een auto noemt hij au, een motor moet het doen met mo. Maar voor een auto met sirene heeft hij pipa bedacht, een onomatopee dus. Hij heeft niet alleen aandacht voor zijn ijsje, alles wat langs vaart moet benoemd worden. ‘Boot’, klinkt het dan, steeds opnieuw. En enthousiast wijst hij dan naar een passerende rijnaak of een cruiseschip.
Vanaf ons plekje hebben we ook zicht op de pont die zo ongeveer ieder kwartier min of meer vol naar de overkant vaart. Dat is natuurlijk helemaal feest, al die auto’s, motoren, fietsers die erop rijden, of juist af rijden. Een en al beweging, hoe mooi wil je het hebben. Ik besluit om, nadat het ijsje op is met het mannetje naar het veer te gaan, een keertje heen en weer, dat vindt hij vast leuk.
Opa’s inschatting was een schot in de roos, na heen en weer klonk het ‘meer, meer, meer’. Nou vooruit, dan nog maar een keer, tijd genoeg en als het ventje er nou lol in heeft! Als we klaar staan om de derde keer mee te gaan voor een retourtje wenkt de schipper me.
‘Jullie mogen wel even op de brug komen.’ Ik laat het me geen tweede keer zeggen. Natuurlijk wil ik dat en samen beklimmen we de trap. Met mijn kleinzoon op de schouders genieten we van het uitzicht. Alles is anders, we kijken nu op het dak van de auto’s en vrachtwagens, we kijken over de dijk achter de veerstoep, we kijken neer op de passerende vrachtvaarder waar het veer op moet wachten. En we horen niet anders dan blije kreten. Zelf kijk ik nieuwsgierig rond naar de techniek. Veelal nieuw voor me, ik vaar zelf niet dan om aan de overkant te komen.
Ik bedank de schipper uitvoerig, het is zo’n relatief klein gebaar maar wat heeft het kind genoten! Wedden dat hij het er nog lang en vaak over zal hebben? En opa zal wel elke keer dat hij aan de rivieroever staat er niet aan ontkomen, graag nog een keertje heen en weer.

12 Comments

  1. Ja die duim…..maar die liefde voor zijn kleinzoon is echt…..en daar gaat het om….PS. ..heet dat ding echt rivierzicht?.

    1. Die liefde is echt en hoe dat ding heet weet ik niet. Voor het verhaal heb ik het een naam gegeven waar ik wat mee kon

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.