‘Dames, gisteren hebben jullie met z’n allen met waterballonnen gespeeld. Ik weet het, jullie hebben de meeste opgeruimd maar hier en daar ligt nog wat. Willen jullie die nu even opruimen, ik weet dat ze ook van andere kinderen kunnen zijn.’
De aangesproken dames, dametjes nog, knikken ijverig.
‘ Ja mama, gaan we doen, en dan doen we wie de meeste gevonden heeft.’
Nummer twee: ‘ En wat is dan de prijs?’
Tja, als het een wedstrijd wordt moet er toch ook iets te verdienen zijn.
En … Wat is de prijs?
daar beginnen we niet aan, ofwel een tien met een griffel en een kus van je moeder
Goed zo jong geleerd is oud gedaan, hoe meer rommel hoe meer erbij komt.
maar dan die moeder, zich indekkend voor ieder mogelijk ja maar en dan geconfronteerd worden met de vraag om beloning