Hoe belangrijk is de eerste zin van een boek en welke goede voorbeelden ken je?
Ik ben me er nooit echt bewust van geweest tot @Letterrijn in een serie tweets aandacht besteedde aan openingszinnen. En dat is nog niet zo lang geleden. Nee, openingszinnen zijn bij mij nooit bewust blijven hangen. Nu ja, eentje dan maar dat is een klassieker die Peter ook al noemde. Oh, en die van Nescio in Titaantjes, Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ‘t zelf.
Wat ik wel sterk heb is de uitnodiging door te gaan, dan wel te stoppen na de eerste paar bladzijden. Zeker bij door mij niet eerder gelezen auteurs. Boeit het begin niet dan haak ik af. Dat kan ten onrechte zijn. Advies van derden wil me nog wel eens aanmoedigen door te zetten. Het belang van een goed begin is dus ook voor mij, als lezer, evident.
Dat klopt. Wanneer de eerste zinnen boeien dan blijf ik het boek pakken. Het hangt er inderdaad ook vanaf wie mij het boek aangeraden heeft, dan wil ik nog wel eens doorzetten.
Geef het ook niet zo maar op.maar als na 3 blz het nog stugge kost is…leg ik het echt weg..ik lees veel maar wel voor mijn plezier…
Helemaal herkenbaar!
Ja, het moet wel leuk blijven, als ik het boek na de eerste bladzijden echt te saai vind, dan leg ik het weg, zoals bijvoorbeeld bij De avonden van Reve.
Gelukkig zie ik herkenbare reakties!
Mij zijn openingszinnen niet bijgebleven, maar als het begin me niet pakt ben ik weg
Hoi Carel,
Sommige openingszinnen zijn mij ook altijd bijgebleven, zoals de zin uit het boekje van Pallieter ( Felix Timmermans) dat wij op de Mulo moeten lezen.
‘Als er in het oosten een klaarte bibberde en de haan had gekraaid, sprong Pallieter uit zijn bed en sprong in zijn blote flikker in de Nethe’. Wij als jongens van een jaar of 14 toen moesten om dat woord fl… er g lachten tot woede van de leraar.
Ook altijd een verukkelijke zin uit een boekje van Bomans. Kopstukken meen ik.
‘De heer Potharst is in zeemanskringen geen onbekende. Reeds zijn afkomst- zijn vader was binnenschipper op het IJ- gaf hem dien diepen maritieme blik welke hem later als penningmeester van roeivereniging “Spaarne” zozeer te stade kwam.’ Ik kan er nog vele uit het hoofd citeren, maar hier slechts een paar voorbeelden.
groeten,
Jan Spier
dank, allemaal, voor de bijval! En, Jan Spier voor het wederom tonen van zijn schier fotografisch geheugen.
oh, en hoe kan ik het vergeten, de openingszin uit Ceasars De bello Gallico: Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur.Of, Gallië is verdeeld in drie delen, een stukkie voor de Belgen, een stuk voor de Aquitanen en tenslotte dat iets voor dat zooitje ongeregeld dat Keltisch spreekt. Zo’n vertaling levert gegarandeerd genoeg strafwerk op om die tekst nooit meer te vergeten!
🙂