Delft, Kalfskoppen of Kalverschieters

Uit de schatkamer van de Nederlandse taal:
KALVERSCHIETER —, znw. m. Uit Kalf en Schieten met -er.
Spotnaam voor de Delvenaars, op grond van zeker verhaal, volgens ‘t welk zij, een nachtelijken aanslag op de stad onderstellende en meenende op den vijand te vuren, op een kalf zouden hebben geschoten. Verg. over dit ”berugte Kalverschieten”, v. effen, Spect. 12, 14 [1734] en zie ook harreb. 1, 125 a [1858].
Verg. (?) Delftsche kulven, hierboven in kol. 932; kalfsooren in betrekking tot een Delvenaar in kol. 940; en kalfskop, de bet. 3
En daarmee stel ik dan de Delftenaar op een lijn met de Benschopse berenschieter en de Rotterdammer die kielschieter genoemd wordt. Ze danken hun naam aan het duister, het slechte zicht en ongefundeerde angst. Maar goed, het stamt allemaal uit een tamelijk ver verleden en zegt niets over de kwaliteit van de huidige bewoners van die plaatsen. De bijnamen leveren in ieder geval stof voor deze serie blogjes en voor de plaatselijke carnavalsverenigingen.

2 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.