Oud Wulvenlaan 31, tweede periode

Na vier jaar weggeweest te zijn moest ik thuis weer in het gareel lopen. En, neem van mij aan, dat is toch anders dan in het strenge internaatregime. Ik had in vier jaar drie jaar gymnasiumopleiding gehad maar had de grootste moeite met talen, zowel de moderne als de klassieke. Het leek dan ook logisch dat ik in ieder geval Latijn en Grieks liet schieten en mijn schoolcarrière vervolgde op de HBS. Dat moest vanzelfsprekend weer een Rooms-katholieke school zijn en het Utrechtse Bonifaciuslyceum was een enorme fabriek. Niet geschikt voor mij, oordeelden mijn ouders. En zo kwam ik in mijn nieuwe schooljaar terecht op het Constatijncollege nabij de Stichtse rotonde in Amersfoort. Een school die geleid werd door de paters Kruisheren. Iedere dag op de fiets tot Huis ter Heide, daar verzamelen vanuit Utrecht, de Bilt, Bilthoven en Zeist en dan in een groot peloton door naar Amersfoort. Er waren altijd wel wat mensen bang om te laat te komen dus die gaven het startsein en hielden de rest uit de wind. HBS bleek het toch ook niet te zijn voor mij, de actievere benadering van de moderne talen in vergelijk met die op het gym deden me de das om. Rond Pasen 1965 kon ik op zoek naar een eerste baan. In de zomer van 1964 had ik al vakantiewerk gedaan bij de Algemene Verzekerings Sociëteit (AVS) en ik kon daar meteen beginnen op de afdeling autoverzekeringen. Het was daar een drukte van belang, per 1-1 van dat jaar was de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor houders van motorrijtuigen wettelijk ingesteld en er was veel nieuwe aanwas. Daarnaast moest het hele lopende bestand aangepast worden, onder andere werd het verzekerd bedrag verhoogd van fl 100.000 naar fl 250.000. Hoewel het bedrijf voor die tijd voorop liep in automatisering was het toch allemaal nog vooral handwerk.

In die tijd begon ik ook een beetje te proeven aan het uitgaansleven. Door mijn geweldige eigen inkomen, ik begon met fl 200 per maand, had ik wat te verbrassen. Met enige regelmaat was ik te vinden in een van de werfkelders aan de Oudegracht, genietend van een colaatje en de popmuziek uit die tijd. We voerden er diepgaande gesprekken over hoe de wereld moest veranderen, de protestgeneratie, weet je wel. Tot groot ongenoegen van de ouderen werden de haren van ons, jongens, steeds langer. “Beter langharig dan kortzichtig”was de leus. De zaterdagavonden zaten we meestal in een van de Utrechtse parochiehuizen, veel kerken kenden zo’n zaal. In die feestzaaltjes traden vaak bands op die op doorbreken stonden, soms ook al een eerste hitje hadden. Ik noem Golden Earings (toen nog met de s), Motions, Shoes, Q65, Wally Tax and the Outsiders en Unit Gloria met Robert Long. Via mond op mondreclame wisten we waar we het beste naar toe konden gaan, Rivierenwijk, Zuilen, Tuindorp. Ik kan me nog mijn eerste afspraakje herinneren, gemaakt na zo’n beatavond (zo heette dat toen). Ik had het meisje achterop mijn buikschuiver naar huis gebracht en zou haar de volgend zaterdag weer ophalen. Maar op vrijdag raakte mijn brommer stuk, dus ik lopend naar dat meisje. Onderweg realiseerde ik me dat ik niet eens wist hoe ze heette, dus maar hopen dat zij open zou doen. Gelukkig gebeurde dat ook maar mijn avond was daarmee niet gered. Ze was ontzettend teleurgesteld dat ze lopend naar haar dansavondje moest en al mokkend was ik haar daar snel kwijt.

Dit lieve leventje duurde voor mij tot maart 1968, toen vroeg Hare Majesteit me haar te dienen en verdween ik weer voor anderhalf jaar naar de Veluwe.

4 Comments

  1. Heerlijk in de Amaliadwarsstraat luisteren naar Hans Vermeulen met de Sandy Coast. Wist niet dat jij ook in die kelders kwam, Sarrasani was onze topper.

Laat een reactie achter bij Dina-AnnaReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.