In dienst van Hare Majesteit

Lichting 68-2, opkomstdatum 10-3-1968. Beter langharig dan kortzichtig moest omgedraaid worden. De manen verdwenen op de vloer van de kapper, de brede kijk op het leven moest ingeruild worden voor een slaafs volgend bestaan. Ik moest in dienst en vond dat geen pretje. Zestien maanden van mijn vrije leventje inleveren voor een zinloos bestaan, leek het.
Maar nee, Hare Majesteit had andere plannen met me. Ik kreeg een van de verantwoordelijkste taken in haar leger. Ik werd berichtenklerk. De spellingscontrole kent het woord niet, begrijpelijk, want de functie was uitermate geheim. In tijd van oorlog zou ik ver achter de linies de chef van het eerste legerkorps terzijde moeten staan. Het was mijn taak de bevelen die hij uit zou moeten laten gaan op de juiste wijze te bestemder plekke te krijgen. Dat wil zeggen dat ik zorgde voor versleuteling in geheimtaal (een ander versleutelde dan). Ik koos het medium, in die tijd de veldtelefoon, de telex (het Nederlandse leger was uitstekend uitgerust), de radio of de ordonnans. Het bericht moest op de voor het gekozen medium juiste wijze worden geadresseerd en vervolgens naar de telefonist, de telexist, de radiotelegrafist of de ordonnans gebracht worden. Je begrijpt dat bij een verkeerde keuze de veldslag verloren zou kunnen worden. Ik was me dan ook volledig bewust van de verantwoordelijkheid die op mijn nog frêle schouders drukte.
In mijn opleiding is, volkomen terecht, nauwelijks aandacht besteed aan de trainingen die voor het kanonnenvlees en de zandhazen gebruikelijk waren. Schieten? Eén keer omdat ik moest leren hoe je een wapen reinigt, het moet dan eerst vuil gemaakt worden. Marsen lopen, drie kilometer maar wel met bepakking. Dat soort zaken was immers allemaal niet nodig. Die chef van het eerste legerkorps keek wel uit, die bleef op veilige afstand van het oorlogsgeweld.

Ik heb wel veel geleerd in die diensttijd. Op kosten van het leger deed ik bij het LOI een cursus kinderpsychologie om mezelf beter te leren begrijpen. Ik leerde dat je de drankrekening niet hoefde te betalen als je bij heet pokeren wat Garderense boeren uitnodigde en met je eigen maatjes samenspande. En ik leerde dat je mensen niet respecteert om wat je van ze verwacht maar om wat ze presteren. En vooral dat laatste maakte de tijd toch nog enigszins zinvol. Zomer 1968 ging ik met groot verlof als gewoon soldaat. De rode streep van de bevordering had ik drie dagen voor het einde van de diensttijd gekregen maar geweigerd. Want om nu voor die paar dagen die streep op al je in te leveren kleren te naaien, het was aan mij niet besteed. Hare Majesteit heeft het hierbij gelaten, om de een of andere reden hoefde ik nooit op herhaling.

Dat in deze periode mijn grote liefde voor het kantoorleven tot bloei kwam behoeft geen verder betoog.

0 Comments

    1. liftend naar huis en dan zei zo’n automobilist “een nette soldaat neem ik wel mee maar dat langharig tuig laat ik mooi staan” . Ik had die lokken nog geen twee weken daarvoor ingeleverd 😉

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.