Bonen

‘Nee hoor’, stampvoette het prinsesje,’ ik wil nu echt geen witte bonen eten’ .
De koning zuchtte, bonen. ze zijn zo goed en gisteren had ze toch sperziebonen, eergisteren nog kapucijners, afwisseling genoeg!

‘En bovendien extra gezond want onbespoten uit mijn eigen moestuin.’

‘Dat is het juist, we eten de hele week al bonen en vorige week alleen maar sla omdat die echt op moest voor ze zou doorschieten.’

‘Kan zijn’, zei de koning, ‘maar al mijn onderdanen zijn dit jaar met een moestuin begonnen, er zijn zelfs al tuinders die hun kassen beschikbaar stellen omdat ze hun eigen teelt toch niet meer verkopen!’

‘En jouw nagels zijn helemaal zwart, bah, hoe durf je zo aan tafel te komen!’ Het prinsesje liep kwaad weg, zocht haar portemonneetje en stapte op haar fietsje, richting de plaatselijke snackbar.

De koning keek beteuterd naar zijn handen, inderdaad, dat had je van dat gewroet in de aarde. En, het kind had toch eigenlijk wel een beetje gelijk, afwisseling op tafel was toch ook wel belangrijk. En dus pakte hij zijn telefoon, belde en de snackbar.

‘Mijn dochter, de prinses komt zo. Wil je haar naast haar eigen bestelling ook een grote zak friet met mayo meegeven, en, eh, doe ook maar een berenklauw met pindasaus.’

‘Hum, niets mis met een keertje ongezond smikkelen’, mompelde hij in zijn baard, ‘en niemand hoeft dit toch te weten!’

4 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.