De poort der jaren

De amandelbomen staan in bloei en zijn dus op zijn mooist. Omdat we toch op Gran Canaria zijn sturen we onze huurauto naar het noorden om van die bloemenpracht te genieten. Aan de rand van Valsequillo lezen we dat de volgende zaterdag de lente gevierd wordt met allerlei traditionele activiteiten. We zetten de auto op een pleintje en lopen een stukje het plaatsje in, gewoon van straatje naar straatje, verdwalen is onmogelijk in zo’n gehucht. Op onze wandeling komen we langs een overwoekerde muur die ooit witgepleisterd moet zijn geweest. Na een meter of vijftig zien we een poort, een blauw geverfde deur, totaal verweerd. poortdeur (2)Uit pure nieuwsgierigheid probeer ik de deur te openen, vastgeroest, geen beweging in te krijgen. Het lijkt erop dat die in geen jaren open is geweest. Misschien dat we vanuit de parallel lopende straat iets kunnen zien. Twee maal rechtsaf zien we het enige hotelletje dat het dorp rijk is. Ik schat een kamer of twaalf, veertien, verdeeld over twee verdiepingen. We lopen de hal in met het idee dat we vanuit de achterkant van het gebouw de tuin of wat het ook mogen zijn kunnen zien die door de muur aan het oog onttrokken wordt. Vergeefs, gesloten bedrijfsruimtes, geen zicht op wat er achter kan liggen. Het is niet anders, we wandelen verder.

We zijn toch wel erg nieuwsgierig geworden en besluiten op zaterdag nog een keer het dorpje te bezoeken. Dan kunnen we meteen iets van de feestelijkheden meepikken. Het bleek niet direct een goed idee, busladingen vol, files huurautootjes, geen doorkomen aan. We laten onze auto achter in een dorpje, ruim vijf kilometer voor Valsequillo, en gaan met een taxi verder. De chauffeur zet ons aan de rand van Valsequillo af, verder rijden is ook voor hem onmogelijk.

We proberen met onze taxichauffeur de terugweg af te spreken maar daar begint hij niet aan, te vaak voor niets gereden, we moeten hem maar bellen en dan zal hij wel zien of hij kan.

De plaatselijke bevolking flaneert in traditionele kledij, de dames dragen prachtige jurken. We genieten van de optocht, een soort corso. De dag vliegt voorbij, we hebben beslist geen spijt dat we deze tocht ondernomen hebben. Tegen zessen bellen we onze taxichauffeur met het verzoek ons op te halen, dan zijn we mooi tegen etenstijd bij ons appartement terug. Maar we hebben pech, de man is onderweg naar het vliegveld, een lucratiever ritje voor hem.  In Valsequillo is geen taxi te vinden, we zijn gedwongen in het dorp te overnachten. Het mag dan maar een paar kilometer lopen zijn, in het donker is ons dat te gevaarlijk. Het hotelletje is snel teruggevonden. Gelukkig is er nog een kamer vrij op de tweede verdieping, aan de achterzijde.

“Oro para usted, deje las cortinas abiertas y es peligrosa!” geeft de receptioniste ons mee.

morgen verder

7 Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.